De waarde van een vredesakkoord

Wat is de waarde van een vredesakkoord als het op papier wel een einde maakt aan een formele staat van vijandigheid maar eigenlijk niet daarvoor dient? De vredesakkoorden van de Arabische landen met Israël zijn er niet om de banden met Israël te normaliseren. De Trump-regering wilde op de valreep van de Amerikaanse verkiezingen nog wat publiciteit genereren met een ‘spectaculair’ buitenlands bilan. Dat daarbij wat druk, dreigementen en chantage aan te pas komt valt volledig binnen het kader van hoe Trump’s ploeg buitenlandse ‘diplomatie’ verstaat. Beloften voor Amerikaanse financiële hulp en wapenleveringen smeren dan altijd wel de onderhandelingen. Maar fundamenteel verandert er niet echt iets in het Midden-Oosten.

Stel je een ander Midden-Oosten voor. Als alle open vijandelijkheden waren opgelost, de grensformaliteiten vereenvoudigd en wegen vrijgemaakt, zou men kunnen ontbijten bij de Middellandse Zee in de Libanese hoofdstad Beiroet, naar de Syrische hoofdstad Damascus rijden voor de lunch, naar het zuiden naar Amman in Jordanië racen voor de thee, een vroeg diner in Jeruzalem hebben en terug zijn aan de Middellandse Zee in Tel Aviv voor een wandeling voor het slapen gaan”. Dat leek misschien een grillig visioen van John Keay, een Britse schrijver en historicus, in 2003 in zijn boek “Sowing the Wind: The Seeds of Conflict in the Middle East”. Hij beschreef daarmee de kleine geografische omvang van het gebied dat decennialang de broedplaats van oorlogen en conflicten was. Zijn visie was niet uniek. De Oslo-akkoorden van begin de jaren negentig lieten velen dromen. Niet alleen over een onafhankelijk Palestina dat naast Israël bestond, maar ook van een normaler Midden-Oosten, waar je gemakkelijk de grenzen kon passeren en landen door hun openheid en nabijheid naar elkaar toegroeiden.

Tijdens de ondertekeningsceremonie van 1994 van het vredesverdrag tussen Jordanië en Israël aan de grensovergang Wadi Araba, met aan de ene kant de Israëlische badplaats Eilat en aan de andere kant de Jordaan, had de toenmalige koning Hoessein van Jordanië het over die hoop “Hier achter ons ziet u Eilat en Aqaba, de manier waarop we in de loop van de jaren hebben geleefd, in zo’n dichte nabijheid niet in staat om elkaar te ontmoeten, om elkaar te bezoeken, om dit prachtige deel van de wereld te ontwikkelen. Nooit meer. Als wij met vastberadenheid, met hoop, met toewijding verder dan dit punt in de toekomst kijken. We hebben de moeilijke tijden overleefd. Laat onze mensen voorbij dit punt in de tijd genieten van de goede tijden.”

Het vooruitzicht van land voor vrede is al lang voorbij

Die visie is natuurlijk nooit uitgekomen. Maar er is iets veranderd. Het vooruitzicht van land voor vrede – waarbij Israël het grondgebied opgeeft dat het sinds de oorlog van 1967 bezet houdt in ruil voor het beëindigen van de vijandelijkheden en het aangaan van diplomatieke relaties met zijn buren – is allang voorbij. In de plaats daarvan krijgt rechts in Israël steeds meer van wat het al altijd wilde: “economische vrede”, of anders gezegd, “we gaan gewoon economisch samenwerken maar houden tegelijkertijd ook de bezette gebieden”. De recente overeenkomsten van Israël met de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein zijn daar het resultaat van.

De akkoorden worden ons als vredesovereenkomsten voorgesteld – dat klinkt goed – maar Israël heeft nooit oorlog gevoerd met de VAE of Bahrein. In feite werken ze achter de schermen al jaren samen en hebben ze al die tijd ook economische banden onderhouden. De lijm die hen samenhoudt, is hun oppositie tegen Iran. Israël kreeg volledige diplomatieke betrekkingen met de VAE in ruil voor het stopzetten’ van de geplande annexatie van de Westelijke Jordaanoever. Wat dat stopzetten betekent, is niet duidelijk Voor premier Benjamin Netanyahu betekent het slechts een ‘tijdelijk uitstel van annexatie’. Hij heeft immers nog steeds de steun nodig van de extreemrechtse kolonisten. Voor de VAE betekent het dat weer dat er een einde is gemaakt aan elke kans op annexatie van de Westelijke Jordaanoever.

De makelaar Trump koopt normalisering af

De derde partij, de makelaar die zich op de borst slaat als de grote dealmaker, de Trump-regering, beloofde de VAE dat de VS een eventuele Israëlische annexatie pas ‘op zijn vroegst’ in januari 2024 zou erkennen. Zo wist alleszins de Times of Israel, te melden op gezag van ‘niet-geïdentificeerde bronnen met kennis van de zaak’.

Zoals eerder gezegd: druk, dreigementen en chantage zijn de instrumenten geworden van Amerikaanse ‘diplomatie’.

Als Trump wordt herkozen duurt zijn tweede ambstermijn tot januari 2024. En niet geheel toevallig komt dat overeen met het “Peace to Prosperity-plan van de Trump-regering, dat in januari 2020 werd onthuld, en de Palestijnse Autoriteit vier jaar geeft om deel te nemen aan het zogenaamde ‘vredesplan’. Trump hoopt het laatste jaar de steun voor de annexatie te kunnen gebruiken als hefboom om de Palestijnen aan de onderhandelingstafel te krijgen. Zoals eerder gezegd: druk, dreigementen en chantage zijn de instrumenten geworden van Amerikaanse ‘diplomatie’.

Onlangs volgde dan het nieuws dat Soedan en Israël waren overeengekomen om te beginnen met het normaliseren van hun betrekkingen. Veel details zijn nog niet bekend maar er zijn wel duidelijk verschillen met de deals met de twee rijke Golfstaten. Om te beginnen Soedan is failliet, de economie bevindt zich in een lamentabele toestand. De inflatie bereikte vorige maand bijna 170 procent, de munt is in vrije val en de regering heeft de economische noodtoestand uitgeroepen omdat de kosten van voedsel en transport in het hele land blijven stijgen. Kortom, het land heeft dringend geld nodig. Soedan staat echter op de Amerikaanse lijst van landen die terreur steunen en heeft daardoor geen toegang tot de internationale financiële markten, de Wereldbank, het IMF en andere soortgelijke organisaties. De grote stimulans voor de worstelende Soedanese economie, o.a. financiële hulp van de VS en verwijdering van de terreurlijst zou Khartoem bekomen in ruil voor de betaling van een compensatie van 335 miljoen dollar aan ‘Amerikaanse terreurslachtoffers en families’ van de aanslagen van al-Qaida – op dat moment hadden Bin Laden en andere gezochte militanten onderdak gevonden in Soedan. In 1998 vond er een aanslag plaats op de Amerikaanse ambassade in Kenia en Tanzania en in 2000 werd de USS Cole voor de kust van Jemen aangevallen. Het armlastige Soedan kom die miljoenen echter niet opbrengen en uiteindelijk was het Saoedi-Arabië dat dat ‘losgeld’ betaalde.

Een heikel punt in die compensatieovereenkomst is wel dat het een tweeledig systeem is. Niet-Amerikaanse slachtoffers, waaronder veel Kenianen en Tanzanianen die op het moment van de aanslagen op de Amerikaanse ambassades werkten, zouden een fractie betaald krijgen (8%) van wat Amerikanen zouden krijgen. Of Soedan zich daarmee geen andere problemen op de hals haalt, is nog maar de vraag. Kan het land het risico lopen om twee van hun potentieel grootste handelspartners boos te maken door Tanzaniaanse en Keniaanse burgers als minder dan gelijk te behandelen dan Amerikanen? De Amerikanen zouden zich ook moeten afvragen of dit soort ‘diplomatie’ nog gepast is in het tijdperk van Black Lives Matter.

De zielloze woorden van een ooit ferme resolutie

De VAE en Bahrein waren spelers in het langdurige Israëlisch-Palestijnse conflict maar, verenigd door een wederzijdse angst voor Iran, hadden ze de afgelopen jaren hun eigen relaties met Israël ontwikkeld die nauwelijks geheim waren. In tegenstelling tot de VAE en Bahrein zal Soedan naar verluidt geen volledige diplomatieke betrekkingen met Israël aangaan, althans nog niet. Israël en Soedan beginnen met het openen van economische en handelsbetrekkingen, met een eerste focus op landbouw, volgens de gezamenlijke verklaring. Kwesties als het formeel aangaan van diplomatieke banden komen later aan bod. Dat feit hinderde Trumps uiteraard niet om de deal als een “ENORME overwinning” en een “historisch vredesakkoord” te benoemen.

Ironisch genoeg, is Soedan de plek waar de Arabische Liga in de nasleep van de Zesdaagse Oorlog in 1967, de drie “Neen”-resolutie stemden: “Nee aan vrede met Israël, geen erkenning van Israël, geen onderhandelingen met Israël”. Maar de Khartoem-resolutie was al lang geleden gewoon verworden tot wat zielloze woorden op papier. Meer en meer Arabische regeringen ontwikkelden achter de schermen hun relaties met Israël terwijl ze ‘en publique’ , hun imaginaire steun aan de Palestijnse zaak verkondigden. Soedan vormde trouwens geen echte bedreiging voor Israël. De voormalige dictator Omar al-Bashir had toegestaan dat Iraanse wapens naar Hamas in Gaza gesluisd werden, maar toen hij de kant van Saoedi-Arabië koos in de oorlog in Jemen werd dat kanaal afgesloten. Omar al-Bashir werd trouwens vorig jaar na volksprotesten afgezet en vervangen door een overgangsregering.

De Palestijnen eens te meer beduveld

Het vooruitzicht van normalisatie is niet populair onder Soedanezen, en het civiele hoofd van de overgangsregering, premier Abdalla Hamdok, was naar verluidt op zijn hoede voor de Amerikaanse dictaten en vreest thuis een terugslag. Zoals Wasil Ali, de voormalige adjunct-hoofdredacteur van de Sudan Tribune, rapporteert, was Hamdok “ervan overtuigd dat er een aanzienlijke stimulans nodig was om de normalisatie aan het publiek te verkopen.”

Het idee van land voor vrede is op sterven na dood. D

De militaire leiders in de overgangsraad van Soedan – allemaal oudgedienden van het Bashir-regime – stonden van hun kant zeker open voor het schrappen van Soedan van de lijst. Ze hoopten tegelijkertijd zelf ook de dans te ontspringen. Ze leidden trouwens de gesprekken in de VAE met de VS over de normalisatie en het schrappen van de terrorismelijst. Het lijkt dus meer op een overeenkomst tussen generaals en andere hoge functionarissen, onderschreven door beloften van Washington en rijke Golfstaten wier invloed in Soedan is toegenomen, dan op iets dat lijkt op volledige diplomatieke banden met Israël.

De deal van Soedan met Israël isoleert de Palestijnen nog verder. Het idee van land voor vrede is daarmee op sterven na dood. Dit, volgens Trump, ‘historische vredesakkoord’ gaat, net zoals het ‘historische vredesakkoord’ met de VAE en Bahrein ten koste van de Palestijnen en hun vooruitzichten op een staat. Een Palestijnse staat was ooit de kern van de door Amerika gesteunde plannen voor vrede in het Midden-Oosten. Trumps eigen zogenaamde vredesplan voor Israëli’s en Palestijnen gaf in feite groen licht aan Israël om delen van de Westelijke Jordaanoever te annexeren en de bezetting permanent te maken. De weg naar Washington loopt nog steeds door Jeruzalem. Als dit vrede is, is het duidelijk op de voorwaarden van Israël.

Auteur

  • Francis Jorissen

    Francis Jorissen woont in het midden van nergens ergens in Frankrijk. Nieuwsgierig, schrijver en free-lance journalist, activist, would-be wereldreiziger en geïnteresseerd in Rusland, de landen die ooit behoorden tot wat men toen 'Het Oostblok' noemde en het Midden-Oosten. Maar eigenlijk ook in veel andere zaken die de wereld de wereld maken.