De ontmanteling van het Amerikaanse imperium

Het Amerikaanse leiderschap is van het ene militaire debacle naar het andere gestrompeld, een traject dat de trieste eindes van andere historische imperiale machten weerspiegelt.

De Amerikaanse nederlaag in Afghanistan is er een in een reeks van catastrofale militaire blunders die de ondergang van het Amerikaanse imperium inluiden. Met uitzondering van de eerste Golfoorlog, die grotendeels werd uitgevochten door gemechaniseerde eenheden in de open woestijn die – wijselijk – niet probeerden Irak te bezetten, is de politieke en militaire leiding van de Verenigde Staten van het ene militaire debacle naar het andere gestrompeld. Korea. Vietnam. Libanon. Afghanistan. Irak. Syrië. Libië. Het traject van de militaire fiasco’s weerspiegelt de trieste eindes van de Chinese, Ottomaanse, Habsburgse, Russische, Franse, Britse, Nederlandse, Portugese en Sovjetimperiums. Hoewel elk van deze rijken in verval raakte met zijn eigen eigenaardigheden, vertoonden ze allemaal ontbindingspatronen die kenmerkend zijn voor het Amerikaanse experiment.

Imperiale onbeholpenheid wordt geëvenaard door binnenlandse onbeholpenheid. De verdwijning van goed bestuur in eigen land, waar de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in handen is van het bedrijfsleven, zorgt ervoor dat incompetente en corrupte mensen, die zich niet inzetten voor het nationaal belang maar voor het vergroten van de winst van de oligarchische elite, het land naar de afgrond leiden. Heersers en militaire leiders, gedreven door vilein eigenbelang, zijn vaak clowneske personages in een grote komische operette. Hoe moeten we anders denken over Allen Dulles, Dick Cheney, George W. Bush, Donald Trump of de ongelukkige Joe Biden? Hoewel hun intellectuele en morele leegheid vaak dodelijk amusant is, is het moorddadig en wreed wanneer het op hun slachtoffers is gericht.

Sinds 1941 is er geen enkel geval geweest waarin staatsgrepen, politieke moorden, verkiezingsfraude, duistere propaganda, chantage, ontvoeringen, wrede anti-oproercampagnes, door de VS gesteunde moordpartijen, martelingen op illegale locaties wereldwijd, proxy-oorlogen of militaire interventies door de Verenigde Staten hebben geleid tot de vorming van een democratische regering. De twee decennia durende oorlogen in het Midden-Oosten, de grootste strategische blunder in de Amerikaanse geschiedenis, hebben alleen maar de ene mislukte staat na de andere in hun kielzog achtergelaten. Toch wordt niemand van de heersende klasse daarvoor verantwoordelijk gesteld.

Oorlog, wanneer die gevoerd wordt om utopische absurditeiten te dienen, zoals het implanteren van een cliëntregering in Bagdad die de regio, inclusief Iran, in Amerikaanse protectoraten zal veranderen, of wanneer er, zoals in Afghanistan, helemaal geen visie is, mondt uit in een moeras. De massale besteding van geld en middelen aan het Amerikaanse leger, waaronder Biden’s verzoek om 715 miljard dollar voor het ministerie van defensie in het fiscale jaar 2022, een stijging van 11,3 miljard dollar, of 1,6 procent, ten opzichte van 2021, gaat uiteindelijk niet over nationale defensie. Het opgeblazen militaire budget is, zoals Seymour Melman in zijn boek “The Permanent War Economy” uitlegt, in de eerste plaats bedoeld om de Amerikaanse economie niet in te laten storten. Het enige wat we nog echt maken zijn wapens. Als men dit eenmaal begrijpt, is eeuwigdurende oorlog logisch, tenminste voor degenen die er profijt van hebben.

Het idee dat Amerika een verdediger is van democratie, vrijheid en mensenrechten zal als een grote verrassing komen voor diegenen die hun democratisch gekozen regeringen door de Verenigde Staten ondermijnd en omvergeworpen zagen worden in Panama (1941), Syrië (1949), Iran (1953), Guatemala (1954), Congo (1960), Brazilië (1964), Chili (1973), Honduras (2009) en Egypte (2013). En deze lijst omvat niet een groot aantal andere regeringen die, hoe dictatoriaal ook, zoals in Zuid-Vietnam, Indonesië of Irak, werden beschouwd als onverenigbaar met de Amerikaanse belangen en werden vernietigd, waardoor het leven van de inwoners van deze landen in elk geval nog miserabeler werd.

Ik heb twee decennia aan de rand van het imperium doorgebracht als buitenlandcorrespondent. De bloemrijke retoriek die gebruikt wordt om de onderwerping van andere naties te rechtvaardigen, zodat bedrijven grondstoffen kunnen plunderen en goedkope arbeidskrachten kunnen uitbuiten, is uitsluitend voor de binnenlandse markt bedoeld. De generaals, agenten van inlichtingendiensten, diplomaten, bankiers en directeuren van bedrijven die het imperium beheren, vinden deze idealistische praat belachelijk. Zij verachten, terecht, naïeve liberalen die oproepen tot “humanitaire interventie” en die geloven dat de idealen die gebruikt worden om het imperium te rechtvaardigen reëel zijn, dat het imperium een kracht ten goede kan zijn. Deze liberale interventionisten, de nuttige idioten van het imperialisme, proberen een proces te civiliseren dat gecreëerd en ontworpen werd om te onderdrukken, te intimideren, te plunderen en te overheersen.

De liberale interventionisten zijn, omdat zij zich hullen in hooggestemde idealen, verantwoordelijk voor talloze militair en buitenlands debacles. De oproep van liberale interventionisten als Barack Obama, Hillary Clinton, Joe Biden, Susan Rice en Samantha Power om jihadisten in Syrië te financieren en Muammar Kadhafi in Libië ten val te brengen, heeft deze landen – net als Afghanistan en Irak – tot oorlogvoerende leengoederen gemaakt. De liberale interventionisten zijn ook het speerpunt van de campagne om de spanningen met China en Rusland op te voeren.

Rusland wordt ervan beschuldigd zich namens Donald Trump te hebben bemoeid met de laatste twee presidentsverkiezingen. Rusland, waarvan de economie ongeveer even groot is als die van Italië, wordt ook aangevallen voor het destabiliseren van Oekraïne, het steunen van Bashar al-Assad in Syrië, het financieren van de Franse Front National-partij en het hacken van Duitse computers. Biden heeft Rusland sancties opgelegd – waaronder beperkingen op het kopen van nieuw uitgegeven staatsobligaties – in reactie op beschuldigingen dat Moskou achter een hack op SolarWinds Corp. zat en heeft geprobeerd zijn kandidatuur te dwarsbomen.

Tegelijkertijd orkestreren de liberale interventionisten een nieuwe koude oorlog met China, waarbij zij deze koude oorlog rechtvaardigen met het argument dat de Chinese regering genocide pleegt op haar Oeigoerse minderheid, de pro-democratiebeweging in Hongkong onderdrukt en Amerikaanse patenten steelt. Net als tegen Rusland zijn sancties ingesteld tegen de heersende elite van het land. De VS voeren ook provocerende militaire manoeuvres uit langs de Russische grens en in de Zuid-Chinese Zee.

De kernovertuiging van imperialisten, of ze nu de gedaante aannemen van een Barack Obama of een George W. Bush, is racisme en etnisch chauvinisme, de opvatting dat Amerikanen op grond van superieure eigenschappen hun “waarden” met geweld mogen opleggen aan mindere rassen en volkeren. Dit racisme, dat wordt uitgeoefend in naam van de westerse beschaving en de daaruit voortvloeiende blanke suprematie, verbindt de rabiate imperialisten en liberale interventionisten in de Republikeinse en Democratische partijen. Het is de fatale ziekte van het imperium, die wordt beschreven in Graham Greene’s roman “The Quiet American” en Michael Ondaatje’s “The English Patient”.

De misdaden van het imperium leiden altijd tot tegengeweld, dat vervolgens wordt gebruikt om hardere vormen van imperiale repressie te rechtvaardigen. Zo ontvoerden de Verenigde Staten tussen 1995 en 1998 routinematig islamitische jihadisten die in de Balkan vochten. Zij werden naar Egypte gestuurd – velen waren Egyptenaren – waar zij wreed werden gefolterd en meestal geëxecuteerd. In 1998 zei het Internationaal Islamitisch Front voor de Jihad dat het een aanslag zou plegen tegen de Verenigde Staten nadat jihadisten waren ontvoerd en overgebracht naar geheime locaties in Albanië. Zij maakten hun dreigement waar door massale vrachtwagenbommen te laten ontploffen bij de VS-ambassades in Kenia en Tanzania, waarbij 224 doden vielen. Uiteraard kwam er geen einde aan de ‘buitengewone uitleveringen‘ door de CIA en evenmin aan de aanslagen door jihadisten.

Onze decennialange militaire fiasco’s, een kenmerk van alle oude keizerrijken, worden ‘micromilitarisme’ genoemd. De Atheners deden aan micromilitarisme tijdens de Peloponnesische Oorlog (431-404 v. Chr.) toen zij Sicilië binnenvielen en daarbij 200 schepen en duizenden soldaten verloren. De nederlaag leidde tot succesvolle opstanden in het hele Atheense rijk. Het Romeinse Rijk, dat twee eeuwen duurde, creëerdeop zijn hoogtepunt een militaire machine die, net als het Pentagon, een staat binnen een staat was. De militaire heersers van Rome, aangevoerd door Augustus, bliezen de overblijfselen van de zwakke democratie van Rome op en luidden een periode van despotisme in waarin het rijk uiteenviel onder het gewicht van de extravagante militaire uitgaven en de corruptie. Na de suïcidale militaire dwaasheid van de Eerste Wereldoorlog werd het Britse rijk in 1956 beëindigd toen het Egypte aanviel in een geschil over de nationalisatie van het Suezkanaal. Groot-Brittannië werd gedwongen zich vernederd terug te trekken, waardoor Arabische nationalistische leiders zoals de Egyptische Gamal Abdel Nasser meer macht kregen en de Britse heerschappij over de weinige overgebleven kolonies ten dode was opgeschreven. Geen van deze rijken herstelde zich.

“Terwijl opkomende imperia vaak oordeelkundig en zelfs rationeel te werk gaan bij het gebruik van gewapend geweld voor verovering en controle van overzeese gebieden, zijn afglijdende imperia geneigd tot ondoordacht machtsvertoon, dromend van gedurfde militaire meesterzetten waarmee ze op de een of andere manier hun verloren prestige en macht zouden kunnen terugwinnen,” schrijft de historicus Alfred W. McCoy in zijn boek “In the Shadows of the American Century: The Rise and Decline of US Global Power: “Vaak irrationeel, zelfs vanuit een imperiaal standpunt, kunnen deze micromilitaire operaties leiden tot torenhoge uitgaven of vernederende nederlagen die het proces dat al aan de gang is alleen maar versnellen.”

Hoe slechter het thuis gaat, hoe meer het imperium het nodig heeft om vijanden binnen en buiten te creëren. Dit is de echte reden voor de toename van de spanningen met Rusland en China. De armoede van de helft van de natie en de concentratie van rijkdom in de handen van een kleine oligarchische kliek, de moedwillige moord op ongewapende burgers door de gemilitariseerde politie, de woede over de heersende elites, die tot uiting komt in het feit dat bijna de helft van het electoraat op een oplichter en demagoog heeft gestemd en een menigte van zijn aanhangers de hoofdstad bestormt, zijn de interne tekenen van desintegratie. Het onvermogen van de nationale gezondheidsdiensten met winstoogmerk om de pandemie het hoofd te bieden, de goedkeuring van een wetsvoorstel ter verlichting van de crisis en het voorstel voor een infrastructuurwet die het leeuwendeel van zo’n $5 triljoen dollar aan bedrijven zou geven terwijl kruimels – eenmalige cheques van $1.400 aan een in diepe financiële nood verkerende burgerbevolking worden uitgedeeld – zullen de neergang alleen maar aanscherpen.

Door het verlies van door vakbonden beschermde banen, de reële daling van de lonen, de-industrialisatie, chronische werkloosheid, en strenge bezuinigingsprogramma’s, wordt het land geteisterd door een overvloed aan wanhoopsziekten, waaronder opioïde verslaving, alcoholisme, zelfmoorden, gokken, depressie, morbide obesitas en massale schietpartijen – sinds 16 maart hebben de Verenigde Staten ten minste 45 massale schietpartijen gehad, waaronder acht doden in een FedEx-faciliteit in Indiana op vrijdag, drie doden en drie gewonden bij een schietpartij in Wisconsin op zondag, en nog eens drie doden bij een schietpartij in Austin op zondag. Dit zijn de gevolgen van een samenleving die diep in de problemen zit.

De façade van het imperium is in staat om het rot in zijn fundamenten te verdoezelen, vaak gedurende tientallen jaren, totdat, zoals we dat zagen met de Sovjet-Unie, het imperium plotseling lijkt te desintegreren. Het verlies van de dollar als mondiale reservevaluta zal waarschijnlijk het laatste hoofdstuk van het Amerikaanse imperium inluiden. In 2015 was de dollar goed voor 90 procent van de bilaterale transacties tussen China en Rusland, een percentage dat inmiddels is gedaald tot ongeveer 50 procent. Het gebruik van sancties als wapen tegen China en Rusland zet deze landen ertoe aan de dollar te vervangen door hun eigen nationale munteenheden. Rusland is, als onderdeel van deze beweging weg van de dollar, begonnen met het accumuleren van yuan-reserves.

Het verlies van de dollar als de reservevaluta van de wereld zal de kosten van de import onmiddellijk doen stijgen. Het zal resulteren in werkloosheid op het niveau van het tijdperk van de Depressie. Het zal het rijk dwingen drastisch in te krimpen. Het zal, naarmate de economie verslechtert, een hyper-nationalisme aanwakkeren dat zich waarschijnlijk zal uiten in een gekerstend fascisme. De reeds bestaande mechanismen voor totale sociale controle, gemilitariseerde politie, opschorting van burgerlijke vrijheden, grootschalig overheidstoezicht, verbeterde “terrorisme”-wetten die mensen in ’s werelds grootste gevangenissysteem stoppen en censuur onder toezicht van de digitale-mediamonopolies zullen naadloos een politiestaat tot stand brengen. Landen die in zulke ernstige crises terechtkomen, proberen de woede van een verraden bevolking af te wentelen op buitenlandse zondebokken. China en Rusland zullen deze rollen vervullen.

De nederlaag in Afghanistan is een bekend en triest verhaal, een verhaal dat al diegenen die verblind zijn door imperiale overmoed meemaken. De tragedie is niet dat het Amerikaanse imperium ten onder gaat, maar dat het, omdat het niet in staat is tot zelfkritiek en zelfcorrectie, als het sterft in een blinde, onbestemde woede zal uitbarsten tegen onschuldigen in binnen- en buitenland.


Het originele artikel “The Unraveling Of The American Empire” vind je hier.

De standpunten in dit artikel zijn uitsluitend die van de auteur en kunnen al dan niet een weergave zijn van de standpunten van Plutopia.

Auteur

  • Chris Hedges

    Chris Hedges was bijna twee decennia lang correspondent buitenland voor The New York Times.. Hij was een vroege criticus van de Irak-oorlog. In Mei 2003, in een toespraak op de Universiteit van Rockford in Illinois, zei hij "We beginnen aan een bezetting die, als de geschiedenis een leidraad is, net zo schadelijk zal zijn voor onze ziel als voor ons prestige en onze macht en veiligheid." Zijn toespraak werd ontvangenop boegeroep en zijn microfoon werd drie minuten nadat hij begon te spreken uitgeschakeld. De New York Times, zijn werkgever, bekritiseerde zijn uitspraken en gaf hem een formele berisping voor "publieke opmerkingen die het vertrouwen van het publiek in de onpartijdigheid van de krant zouden kunnen ondermijnen". Kort na het incident verliet Hedges The New York Times om senior fellow te worden bij The Nation Institute en columnist bij Truthdig. Daarnaast schrijft hij boeken geeft les aan gevangenen in een penitentiaire inrichting in New Jersey.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here