Julian Assange of hoe de VS haar oorlogsmisdadigers beschermt

Even doordenken: midden in Europa – niet in Turkije of in Belarus, noch in één van de andere landen van het voormalige Oostblok, die niet bepaald een goede reputatie hebben, maar midden in een van de oudste Westerse parlementaire democratieën – zit een man nu al twee jaar in de gevangenis zonder dat hij ook maar iets verkeerd heeft gedaan. Simpelweg omdat hij iets heeft gepubliceerd dat de machtigen van de wereld, met name: de Verenigde Staten van Amerika en Groot-Brittannië, niet zint.

En de journalist Julian Assange zit niet zomaar in een gewone gevangenis, maar in de beruchte Londense zwaarbeveiligde Belmarsh-gevangenis en hij wordt er, net zoals een terrorist of een seriemoordenaar, 23 uur per dag in volledige afzondering gehouden, wat een moderne martelmethode is.

De publieke opinie in Europa – waar al snel verontwaardigd wordt gereageerd wanneer de Russische oppositieactivist Alexei Navalny wordt gearresteerd, en waar men geen blad voor de mond neemt wanneer de Belarus-autoriteiten een vliegtuig met de blogger Roman Protasevitsj aan boord dwingen te landen – betoont zich hier merkwaardig terughoudend en aanvaardt deze procedure grotendeels of zwijgt er zelfs helemaal over. Hoge Europese politici reageren evenmin, er wordt niet om sancties gevraagd, er zijn geen waarschuwingen en dreigementen, zoals vrijwel zeker het geval zou zijn als de Australiër Julian Assange geen journalist zou zijn die door de VS en Groot-Brittannië, maar door Rusland gevangen wordt gehouden.

Hoe de westerse waardengemeenschap haar geloofwaardigheid verliest

Hoe is het zover kunnen komen? Hoe is zoiets als dit zelfs maar mogelijk? Wat zijn de ontwikkelingen die hiertoe hebben geleid? Om hierover te spreken kwamen op 2 juli, aan de vooravond van de 50e verjaardag van Julian Assange, de speciale VN-rapporteur inzake foltering, de Zwitser Nils Melzer, en zijn voorganger in dit ambt, de Oostenrijker Manfred Nowak, samen voor een rondetafelgesprek in het gebouw van de Oostenrijkse Journalistenclub (ÖJC) in Wenen. Het gesprek werd gevolgd door een presentatie van Melzer’s boek “Der Fall Julian Assange“.

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op de informatie die werd verstrekt tijdens het forum, in Melzer’s boek en op informatie die mij naderhand werd verstrekt door de speciale VN-rapporteur.

Natuurlijk ging het niet alleen om de gevangen journalist Assange. Ook de lotgevallen van klokkenluiders Edward Snowden en Chelsea Manning werden in het gesprek aan de orde gesteld. Zij “zijn de lijken in de kast van het Westen”, zoals de aankondiging luidde. “Hun vervolging en mishandeling vernietigt de geloofwaardigheid van de westerse waardengemeenschap.”

Melzer, Nowak en moderator Fred Turnheim vertelden samen opnieuw het verhaal. Veel van wat zij zeiden, was zeker niet fundamenteel nieuw voor degenen die de wereldpolitiek in de afgelopen 20 jaar kritisch hebben gevolgd. En toch is het belangrijk om deze dingen telkens weer in herinnering te brengen, omdat de publieke opinie, helaas, slechts een armzalig langetermijngeheugen heeft en al te veel in een mum van tijd vergeet.

Bush: de herinvoering van martelmethoden door de VS

De panelleden maakten een historiek van de gebeurtenissen. Het uitgangspunt is natuurlijk 9/11, de aanslag op het World Trade Center in New York in 2001, die de regering van de toenmalige Amerikaanse president George Bush gebruikte als voorwendsel voor haar “oorlog tegen het terrorisme” en daarmee deels ook voor massale ingrepen in de mensenrechten. Uiteindelijk zijn alle verdere ontwikkelingen terug te voeren op deze gebeurtenis, in het kielzog waarvan ook de Europese bondgenoten van de VS zich grotendeels kritiekloos hebben laten meeslepen. Er was de invasie van Afghanistan, en later de invasie van Irak. Dat ging gepaard met het ontstaan van rechteloze ruimtes.

Nowak legde uit wat een drastische breuk dit was. Foltering, dat in feite sinds de Verlichting een verboden praktijk was – hoewel het misschien nog steeds werd toegepast, maar zonder dat iemand ervan mocht weten – werd weer respectabel gemaakt. De regering-Bush verkondigde onomwonden dat zij zich in de strijd tegen haar tegenstanders niet door de rechtsstaat zou laten hinderen. Buiten de VS werden verhoor- en martelcentra opgericht.

Denk daarbij niet alleen aan Guantanamo. Soortgelijke centra werden door de CIA beheerd in verschillende landen van Oost-Europa, zoals Roemenië, Polen en Litouwen. Tegelijkertijd werden bloedbaden onder de burgerbevolking van de landen in oorlog een alledaags verschijnsel, zonder dat de daders enige consequentie hoefden te vrezen. Dit kwam echter doordat de wereldopinie er zich tot aan het ontstaan van Wikileaks vrijwel niet van bewust was dat dergelijke dingen überhaupt gebeurden.

Het is waar dat er tijdelijk algemene verontwaardiging heerste – een handvol soldaten werd tot lichte straffen veroordeeld nadat het Abu Ghraib folterschandaal in 2004 aan het licht kwam. Maar alleen de meest onschuldige daders belandden in de beklaagdenbank, de kleintjes. In dit opzicht, verklaart Nowak, hebben leden van de CIA veel gruwelijker gehandeld dan leden van het Amerikaanse leger. Maar van hen werden er even weinig ter verantwoording geroepen als van de medewerkers van de talrijke particuliere Amerikaanse militaire bedrijven die betrokken waren bij de oorlog in Irak, en die volgens de slachtoffers van foltering de ergste van allemaal waren.

Obama: de kampioen van de drone-moorden

Sommige van de oorlogsmisdaden van de VS zijn toch bekend geraakt. In samenwerking met Chelsea Manning publiceerde Wikileaks materiaal dat oorlogsmisdaden van de VS bewees. De zogenaamde “Collateral Murder Video” werd de beruchtste ervan. Er was ook het probleem van Guantanamo, waarvan Obama de wereld vóór zijn verkiezing had beloofd het te sluiten. Een volledige sluiting lukte niet.

Hoe reageerde Obama op deze twee uitdagingen? Ten eerste, hij ontdekte het moorden met drones. Hoewel er onder de regering Bush al illegale moorden door vliegende robots hadden plaatsgevonden, gaf Obama opdracht tot een aanzienlijke verhoging van het aantal missies. Op zijn instigatie werden er vijf drone-aanvallen per week uitgevoerd in plaats van het vorige gemiddelde van twee per maand. Obama gaf dus tijdens zijn regering opdracht tot gemiddeld 20 van dergelijke missies per maand en 240 per jaar.

Maar aangezien bij bijna elk van deze militaire acties meerdere mensen, ook onschuldige omstanders, omkwamen, kan men zich wel voorstellen hoeveel levens hij op zijn geweten heeft. Drone-moorden was Obama’s specialiteit en zijn alternatief voor Guantanamo. Zijn logica was: mensen opsluiten in Guantanamo en ze martelen, dat ziet er niet goed uit, dat geeft een slecht imago bij de publieke wereldopinie, dus dat moeten we niet doen. Daarom, laten we de verdachten meteen doden.

Zo zag het ogenschijnlijke humanisme van de favoriet van de links-liberale scène er achter de schermen uit, dat moet hier openlijk worden gezegd, en men moet zich ook nog steeds afvragen wat Obama nog allemaal heeft kunnen doen zonder dat het zijn imago al te zeer aantastte. Niet alleen schond hij een fundamenteel rechtsbeginsel van de Conventie van Genève, die dergelijke bevelen om te doden duidelijk verbiedt, maar hij gaf ook zijn opvolger in functie, Donald Trump, een voorzet – die wilde niet onderdoen. Hij verhoogde het aantal drone-missies tot drie per dag.

Straffeloosheid voor Amerikaanse oorlogsmisdadigers in plaats van klokkenluiders

Uit dit alles blijkt hoe de VS de afgelopen 20 jaar steeds meer geweld zijn gaan gebruiken. Anderzijds heeft Obama botweg geweigerd om oorlogsmisdaden die door klokkenluiders aan het licht zijn gebracht, aan een serieuze gerechtelijke strafvervolging te onderwerpen, ook al drongen hoge VN-functionarissen daar op aan. In plaats daarvan deed hij iets heel anders: hij vervolgde de klokkenluiders – en dit ging niet alleen over Manning – veel harder dan enige Amerikaanse president voor hem.

Overigens is het ook niet waar dat, zoals vaak wordt beweerd, Obama uiteindelijk “gratie” heeft verleend aan Manning. Manning’s straf werd slechts verminderd, maar na haar vrijlating werd zij al snel weer gevangen gezet tot zij bijna overleed bij een zelfmoordpoging. Volgens de zogeheten Neurenberg-beginselen, die na de Tweede Wereldoorlog in het internationale recht van kracht zijn geworden en die betrekking hebben op oorlogsmisdaden, heeft Obama zich met zijn gedrag echter schuldig gemaakt, betoogt Melzer. Het bevel om oorlogsmisdaden niet te vervolgen is dus zelf een misdaad en strafbaar.

In feite is het dus Obama die voor het gerecht had moeten worden gesleept, niet Manning of Assange. Hoewel Melzer dat niet expliciet zegt, kunnen zijn uitspraken op dit punt worden doorgetrokken. De twee hadden op hun beurt, zegt hij, nooit verantwoordelijk mogen worden gesteld voor wat zij in de eerste plaats hebben gedaan. Assange was sowieso nooit een “klokkenluider” – ook al wordt hij dat soms ten onrechte genoemd – maar een journalist die in principe deed wat journalisten doen.

In het geval van Manning is de juridische situatie enigszins anders, geeft Melzer toe, omdat hij tot het Amerikaanse leger behoorde, maar als er sprake is van wetsovertredingen of zelfs oorlogsmisdaden, kan er natuurlijk geen sprake meer zijn van gebondenheid aan de geheimhoudingsplicht. Vooral omdat Manning zijn superieuren op de mensenrechtenschendingen had gewezen, maar die hadden er geen consequenties aan verbonden.

De vertragingstactieken van de Britse rechterlijke macht

Dezelfde perverse logica die bepalend was voor Obama’s strategie ten opzichte van oorlogsmisdadigers en klokkenluiders, wordt voortgezet in het proces tegen Assange. En hier zijn ze zelfs nog een stap verder gegaan. Met de prejudiciële beslissing van een Britse rechtbank in de uitleveringsprocedure tegen Assange, die op 4 januari werd uitgesproken, is precies gebeurd wat werd gevreesd: plotseling worden niet alleen klokkenluiders, maar ook degenen die uit hoofde van hun journalistieke activiteit documenten in handen krijgen die “geheim” zijn verklaard, uitdrukkelijk met straf bedreigd, zelfs als zij daardoor misdaden en corruptie aan het licht brengen.

De Britse rechtbank, voorgezeten door rechter Vanessa Baraitser, heeft het Amerikaanse uitleveringsverzoek op alle punten ingewilligd. De enige reden waarom het verzoek werd afgewezen was de slechte gezondheid van de journalist. Tegen alle begrijpelijke logica in werd Assange echter ook toen niet vrijgelaten.

Meer dan een half jaar na het vonnis heeft de Britse rechterlijke macht nu het beroep toegestaan dat door de vertegenwoordiging van de VS in januari was ingediend. Dit is een ongewoon lange periode. Maar er zit duidelijk een doelbewuste strategie achter deze vertraging. Een snel einde van het proces is geenszins in het belang van de VS en het VK. Zodra de beroepsprocedure is afgerond en een definitieve nationale uitspraak is bereikt, zouden de advocaten van Assange in beroep kunnen gaan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Het is zeer waarschijnlijk dat het Hof niet zou instemmen met de uitlevering van de journalist. Daarom mikt de Brits-Amerikaanse partij nu op een zo lang mogelijke procedure, die zich jaren zal voortslepen. Het proces wordt, zoals Melzer zegt, in een “eindeloze lus” gehouden. Of, zoals de Berliner Zeitung het heel duidelijk formuleerde: Wie kritiek heeft op de machtigen, rot weg in de gevangenis. En dat zonder een rechtsgeldig vonnis.

Terloops moet echter ook worden gewezen op het lot van de voormalige Britse ambassadeur Craig Murray. De vriend van Assange werd in mei veroordeeld in een al even bizar proces. Hij was een oog- en oorgetuige van veel, en zijn regelmatige blogberichten waren een van de weinige grondige bronnen van wat er werkelijk gebeurde in het grotendeels achter gesloten deuren gevoerde proces tegen de Australiër.

Men mag een agenda vermoeden: door de tegen hem aangespannen procedure kon hij onmogelijk naar Spanje reizen, waar zijn getuigenis van groot belang zou zijn geweest in een ander belangrijk proces. Daar staat David Morales terecht, het hoofd van het beveiligingsbedrijf dat Assange jarenlang voor de Amerikaanse geheime dienst bespioneerde in de Ecuadoriaanse ambassade in Londen.

Tenslotte zij vermeld dat het Amerikaanse openbaar ministerie onlangs op merkwaardige wijze een van zijn belangrijkste getuigen kwijtraakte: de IJslander Sigurdur Ingi Thordarson heeft publiekelijk toegegeven dat zijn verklaringen die de gevangengenomen journalist in staat van beschuldiging stelden, gebaseerd waren op een deal met de FBI en fictief waren. (Noot van vertaler: naar mijn weten is dat nieuw in de Vlaamse pers enkel gemeld door BusinessAM, een onderdeel van MediaNation).

De roemloze rol van de media en de politiek

Een roemloze rol wordt gespeeld door de media, die eigenlijk voortdurend, de klok rond, over al deze schandalen zouden moeten berichten. In de regel doen zij dit niet, maar helaas lanceren zij vaak artikelen over Assange waarvan de basisstijl gewoonweg onaanvaardbaar is.

Als zeer karakteristiek doorsnee voorbeeld neem ik een onlangs gepubliceerd artikel van het Oostenrijkse persbureau APA, dat woordelijk werd overgenomen door verschillende Oostenrijkse kranten. “Amerikaanse justitie beschuldigt Assange van …”, staat er, en vervolgens worden de beschuldigingen aan zijn adres en die inmiddels al tig keer zijn weerlegd, allemaal nog eens herhaald, op een manier alsof er nog een kern van waarheid in zou kunnen zitten.

Hij “stal” berichten, hij was een “spion”, hij “bracht het leven van mensen in gevaar”, en dan zijn er natuurlijk de beschuldigingen van verkrachting, die in Zweden inmiddels zijn ingetrokken. Daarop staat, al even zweverig: “Zijn aanhangers daarentegen zien hem als een journalist die met speurwerk verschrikkelijke oorlogsmisdaden aan het licht heeft gebracht.

Nu is het niet alleen zijn aanhang die hem zo ziet, maar hij is heel duidelijk, ten eerste, een journalist die talrijke prijzen heeft gekregen voor zijn journalistieke werk, en ten tweede, iemand die oorlogsmisdaden aan het licht heeft gebracht. De video van het vermoorden van Iraakse burgers in Bagdad wordt ook in het verslag zelf genoemd. Wat is dan het nut van dit onuitsprekelijke waarheidsrelativisme op een punt waar het volkomen misplaatst is?

Is dit wat de toonaangevende media doen in het geval van Nawalny? Spreken ze hier misschien zo: “Voor sommigen is hij een opposant, maar voor anderen …”? Of in het geval van Protasevitsj: “Voor sommigen is hij een blogger die wordt vervolgd vanwege zijn kritiek op de Belarus-regering, maar voor anderen …”? Nee. Dus waarom hier, in het geval van Assange? Het is niet de verdienste van de APA dat zij zulke kwestieuze artikelen publiceert. Opnieuw dient het alleen de oppervlakkige discussie over wat voor persoon Assange is, wat hij misschien verkeerd of goed heeft gedaan, in plaats van de explosieve politieke kwestie serieus aan te pakken.

Dit verslag is echter een protopype voor vele andere die in een zeer vergelijkbare stijl zijn geschreven. Zij hebben vaak interessante benaderingen, maar dan verdwalen zij in wat in de volksmond “slappe troep” wordt genoemd. En in plaats van duidelijk en ondubbelzinnig stelling te nemen voor een collega die vervolgd wordt door rechterlijke willekeur, die gevangen zit op een manier die de spot drijft met alle mensenrechten, zodat men zou moeten denken dat er eigenlijk geen mitsen en maren zouden moeten zijn – oefent men zich in relativerende formuleringen.

Natuurlijk moet men voorzichtig zijn met een al te algemeen oordeel over de media. Veel journalisten doen uitstekend werk en houden de kwestie levendig. Dit is het geval in een uitstekend onderzochte Arte-documentaire, waarvan de enige tekortkoming de misleidende keuze van de titel van de Duitse versie is. De “spionageaffaire” heeft geen betrekking op de activiteiten van Assange, maar op zijn illegale bewaking door UC Global.

Wat de politiek betreft, zijn er altijd geïsoleerde parlementsleden van verschillende Europese partijen die groepen vormen om gezamenlijke initiatieven voor Assange te lanceren. Helaas worden zij jammer genoeg in de steek gelaten door de zeer hoge Europese politiek, zonder wier steun niets doeltreffends kan worden gedaan. Men moet zich beperken tot een oproep.

Dit dilemma werd op zeer drastische wijze duidelijk in het geval van de recente “Brief van de 120“, gericht aan de Duitse Bondskanselier Angela Merkel (CDU), geïnitieerd door de journalist Günter Wallraff en ondertekend door vele prominente politici, journalisten en kunstenaars. Maar hoewel het wel enige aandacht trok in de toonaangevende media, ketste deze dramatische oproep aan de Duitse Bondskanselier om te lobbyen voor de vrijlating van Assange tijdens haar bezoek aan de Verenigde Staten met de Amerikaanse president Joe Biden volledig ineffectief af.

De oproep van Genève en andere initiatieven

Er zijn talloze Assange-activisten en bijbehorende platforms die bijna ongelooflijke dingen doen. En de speciale VN-rapporteur over foltering is tenminste aan hun kant komen staan. Het belangrijkste initiatief dat momenteel loopt, wordt beschouwd als het zogeheten Geneva Appeal“, een oproep tot onmiddellijke vrijlating van de journalist, die is gelanceerd door de burgers van de stad in Zwitserland. Alle Europeanen die belang hebben bij het lot van Assange, die niet onverschillig staan tegenover persvrijheid en de rechtsstaat, en die belang hebben bij de eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal recht, worden opgeroepen die te ondertekenen.

Vermeldenswaard is ook de petitie voor een referendum over “Burgerschap voor slachtoffers van foltering”, waarin wordt geëist dat Assange en alle soortgelijke gevallen automatisch het Oostenrijkse staatsburgerschap moeten krijgen. Daarnaast worden met grote regelmaat wakes voor Julian Assange gehouden in grote steden in Europa – en worden vele andere protestacties georganiseerd, vooral bij zijn 50e verjaardag.

Maar natuurlijk moet men realistisch blijven. Dit alles kan alleen effect sorteren als het grote publiek warm loopt voor deze kwestie. Hier wordt een beroep gedaan op de journalisten, de media en de opiniemakers, en daarom moet op dit moment een beroep op hen worden gedaan om de gebeurtenissen rond Assange eindelijk de plaats te geven die zij verdienen in het discours. De oproep van Genève is daarom ook dringend aan hen gericht. Zij moeten zich ervan bewust worden dat hun eigen vrijheid hier op het spel staat.

Maar uiteindelijk kan een oplossing die in overeenstemming is met onze westerse waarden alleen in de politiek worden gevonden. Dat zou betekenen dat de Amerikaanse president Joe Biden toch zou toegeven. Of dat, zoals Melzer het formuleert, “het Verenigd Koninkrijk zich plotseling de rechtsstaat herinnert en weigert Assange uit te leveren omdat hem een politiek delict ten laste is gelegd, zijn procedurele rechten ernstig zijn geschonden, de feiten waarvan hij wordt beschuldigd worden beschermd door de persvrijheid, en hem in de VS een oneerlijk politiek showproces en levenslange gevangenisstraf onder onmenselijke omstandigheden te wachten staan”. Dit alleen al is enorm to the point, en verbiedt elke relativering.

De nieuwste truc van de VS

Het werk aan dit artikel was al grotendeels voltooid toen een nieuw rapport binnenliep. Een Britse rechtbank had uiteindelijk het beroep tegen de beslissing in eerste aanleg toegestaan. Dus het proces gaat door naar de volgende ronde. Bijna op hetzelfde moment werd echter een ander nieuwtje bekend. Volgens de Wall Street Journal heeft de Amerikaanse regering Groot-Brittannië beloofd dat Assange, als hij wordt uitgeleverd, niet in strikte eenzame opsluiting in een zwaar beveiligde gevangenis zal worden vastgehouden, maar zijn tijd in zijn vaderland Australië zou mogen uitzitten.

Waarom dit voorstel geen humanitair gebaar is van de Amerikaanse regering, maar gewoon weer een gemene truc, ja een val voor Assange, wordt hier kort uitgelegd. Enerzijds is een dergelijke deal, nog voordat er een vonnis is geveld, in strijd met alle juridische gewoonten en dient hij duidelijk alleen om het vonnis te beïnvloeden. Voor een ander: Wat zal er met de VS gebeuren als zij zich dan niet aan hun belofte houden? Overigens zij eraan herinnerd dat Melzer maanden geleden al waarschuwde voor een dergelijke stap van de Amerikaanse wettelijke vertegenwoordigers. Dit is precies de strekking van de redenering waarmee rechter Baraitser het uitleveringsverzoek op 4 januari heeft afgewezen, zo verklaarde hij destijds.

Door de gezondheidstoestand van Assange aan te voeren als het enige obstakel voor uitlevering, zouden de VS in feite alleen maar de garantie hoeven te geven dat zij hem goed zullen behandelen en de weg weer vrij wordt gemaakt. Dat is blijkbaar ongeveer wat er nu wordt geprobeerd. In een recente verklaring noemt Melzer het aanbod van de VS dan ook pure “window dressing”. Een dergelijke overbrenging naar Australië zou slechts kunnen worden toegepast indien alle rechtsmiddelen tijdens de procedure in de Verenigde Staten zijn uitgeput, legt hij uit, “en dat kan tien jaar of meer duren”. Volgens een bericht in de Guardian heeft Assange’s vriendin Stella Moris, die zelf advocate is, een soortgelijke mening over de situatie.

Melzer beschouwt de verzekering van de VS om Assange niet aan SAM’s te onderwerpen als even waardeloos. Achter deze uitdrukking gaan de Engelse woorden “Special Administrative Measures” schuil. Maar dit is slechts het allerzwaarste Amerikaanse individuele detentiesysteem. “Dus geen SAM’s betekent geen eenzame opsluiting.” Melzer vervolgde: “Afgezien daarvan, hoe zit het met de persvrijheid, politieke delicten, procedurele schendingen door het bewaken van ambassades, enzovoort? Julian Assange hoort helemaal niet in de gevangenis thuis.”

Daar valt verde niets aan toe te voegen.

Auteur

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here