In januari 2020 tijdens het vijfde World Holocaust Forumin Israël stelde Poetin voor om in 2020 op een topconferentie van de vijf permanente leden van de VN Veiligheidsraad – de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China – de wereldproblemen te bespreken en de inspanningen voor de versterking van de mondiale veiligheid, non-proliferatie en wapenbeheersing in stand te houden. Macron was nagenoeg onmiddellijk akkoord met het voorstel maar de oproep lokte geen enkele reactie uit van de VS (of het Verenigd Koninkrijk) om deel te nemen aan een dergelijk forum. De bredere context waarin de Trump-regering uit verdragen stapt of de nonchalance waarmee het die benadert is zorgwekkend. The ‘world’s greatest dealmaker‘ lijkt niet van deals te houden.
Het Pentagon liet begin februari weten dat het voor het eerst een aantal van zijn onderzeeërs had bewapend met lange-afstandskernraketten die minder vernietigingskracht hebben dan de reguliere kernkoppen. Die zogenaamde “minikernkoppen” hebben een kracht die overeenkomt met ongeveer een derde van de kracht van de bom die de VS in augustus 1945 op Hiroshima hebben gedropt. Daarbij kwamen 66.000 mensen om en vielen er 69.000 gewonden. Die kernkoppen zijn een enorm krachtig wapen en de marketingterm ”mini-nuke” mag best gerelativeerd worden.
Een soort Dr. Strangelove-type logica ontbreekt nooit in de kringen van het Pentagon. John Rood, de toenmalige ondersecretaris van defensie voor beleid – hij heeft ondertussen om heel andere redenen op vraag van Trump ontslag genomen – wist te vertellen dat het nieuwe wapen Amerika veiliger zou maken omdat het “een afschrikking zou zijn voor het gevaar op een nucleaire oorlog”. Het voornaamste argument daarbij is dat de ontwikkeling van nucleaire kernkoppen met een kleinere kracht de bereidheid van Rusland om agressief te worden kan afschrikken omdat de VS in staat zijn om proportioneel te reageren.
De Amerikaanse luchtmacht is al uitgerust met meer dan 1000 kleinere kernkoppen. Tegenstanders van die nieuwe bommen op onderzeeërs vinden ze dan ook onnodig. Het antwoord van de voorstanders is: ja maar, die bestaande kleinere zijn bedoeld om door vliegtuigen gedropt te worden. Rusland heeft nieuwe performante luchtverdedigingssystemen en het is dus mogelijk dat onze vliegtuigen niet tot in Rusland kunnen doordringen. De W76-2 op een Trident ballistische raket – want zo heten die nieuwe speeltjes – kan dat wel. Een bijkomend bezwaar is bovendien dat krachtiger atoomwapens gebruiken – zoals bijvoorbeeld de B-61 – misschien op bezwaren van de NAVO-partners stuiten wanneer die eventueel hun goedkeuring moeten geven voor een Amerikaanse nucleaire aanval. Alleen een ballistische raket die lichter is en een snelle reactie toelaat kan de bezwaren misschien milderen en de afschrikking herstellen.
Het klinkt allemaal bekend in de oren van in de ‘goede oude tijd’ van de Koude Oorlog. Toen werd elk tactisch kernwapen goedgepraat met dezelfde redenering. Minder grote kernkoppen en ‘snel’ gebruik – ooit verworven door duizenden kernkoppen op militaire bases in Europa te stationeren – zouden de Russen afschrikken. Nu gaat het opnieuw over een wapen waarvan de pleitbezorgers zeggen dat het bruikbaarder is en dus effectiever als afschrikmiddel. Er wordt echt niet afgeweken van bekende eerdere argumenten voor nucleaire strategie. Daarnaast valt er zo te zien ook geen evolutie te bespeuren in hoe de VS onverbeterlijk keer op keer Rusland blijven afschilderen als de boeman.
Volgens het in de VS gevestigde Bulletin of Atomic Scientists vergroot de inzet van dergelijke wapens eerder het risico op een eventuele kernoorlog. Dat is omdat het onmogelijk zal zijn te weten of de bom die vanop een Amerikaanse onderzeeërs gelanceerd wordt is uitgerust met een gereduceerde dan wel een traditionele lading. Het gevaar van een escalatie tot een totale kernoorlog is daarom groter.
“Een duidelijk voorbeeld hiervan” schrijft Andrew Facini “is toen in 2002 de regering van George W. Bush zich terugtrok uit het Anti-Ballistic Missile Treaty van 1972 en het Missile Defense Agency oprichtte. Daarmee gaf het, althans vanuit het perspectief van zijn tegenstanders, een signaal af voor een terugkeer naar een benadering van nucleaire oorlogsvoering binnen het Pentagon: de plannen (en capaciteiten) zouden de status quo van de afschrikking niet meer volgen en in plaats daarvan meer agressieve risicovol worden.”
“De enorme investering van Washington in raketverdedigingsplannen ergerden Moskou en Peking, die al snel hun eigen investering in nieuwe rakettechnologieën aankondigden (…) Die opkomende Chinese en Russische raketsystemen worden nu gebruikt om nieuwe Amerikaanse raketprojecten te rechtvaardigen (…) waarbij weinig of geen rekening wordt gehouden met de langetermijngevolgen van dergelijke beslissingen.”
Het is verleidelijk om te speculeren dat de VS reageren op de ontwikkeling van hypersonische niet-nucleaire wapens door Rusland, die naar verluidt elk raketafweersysteem kunnen ontwijken. In ieder geval lijkt het erop dat de VS, nadat ze zich realiseerden dat ze het bij de ontwikkeling van hypersonische niet-nucleaire wapens moeten afleggen tegen Rusland, besloten hebben om hun nucleaire opties uit te breiden. Die stap maakt een einde aan tientallen jaren van verklaarde non-proliferatieverbintenissen.
Uiteraard veroordeelde Rusland de Amerikaanse actie. Sergei Ryabkov, de viceminister van Buitenlandse Zaken, zei: “De VS verlaagt de nucleaire drempel en geeft toe dat ze een beperkte kernoorlog kunnen voeren en deze oorlog kunnen winnen… dat is uiterst alarmerend.”
Wat met START?
De vernieuwde START werd onderhandeld door de Obama-regering, alleen al daarom is het een belangrijk mikpunt voor afwijzing door Trump. Het legt een limiet op het aantal kernkoppen van de nucleaire raketten die door de Verenigde Staten en Rusland wordt ingezet, wat zeker in ieders voordeel is, maar blijkbaar is het Witte Huis het daar niet mee eens. Na maanden onduidelijkheid over of de VS nog überhaupt interesse hebben om hun engagement in START te vernieuwen, zullen binnen enkele dagen, op 22 juni, in Wenen dan toch gesprekken beginnen tussen Rusland en de Verenigde Staten. Het wordt wel tijd, of eigenlijk is het al te laat. Binnen minder dan een jaar, in februari 2021, dreigt dat verdrag te verlopen.
Enkele maanden zijn wat kort om de besprekingen rond te krijgen. Rusland heeft daarom aangeboden om het verdrag gewoon te verlengen, maar Trump wil dat ook China meedoet. Volgens Rusland zoeken de VS naar een voorwendsel om de overeenkomst te ‘begraven’. Peking, waarvan het kernwapenarsenaal bij lange na niet zo groot is als dat van de VS en Rusland, heeft immers weinig tot geen belangstelling getoond om te onderhandelen over de ondertekening van een pact.
Verleden maand kondigden de VS aan dat ze een “snelle nucleaire test” zouden kunnen uitvoeren. Het zou de eerste Amerikaanse test zijn sinds 1992. De bezorgdheid over de gevolgen van nucleaire tests heeft in 1996 geleid tot de ondertekening van het Verdrag inzake kernproeven en een algeheel verbod op kernproeven door 184 landen. Op India, Pakistan en Noord-Korea na heeft geen enkel land, ondanks het feit dat het verdrag niet door de VS is geratificeerd, sindsdien nog kernproeven gehouden. Washington heeft Moskou en Peking ervan beschuldigd toch testen uitgevoerd te hebben met heel kleine ladingen of diep ondergronds. Beschuldigingen die beide landen hebben ontkend. Washington denkt dat als het opnieuw gaan testen het een hefboom in handen heeft bij het zoeken naar een trilaterale nucleaire deal.
Op 12 juni, enkele dagen voor de topontmoeting in Wenen begint, kondigen de VS aan dat het van plan is een 33-jaar oude wapenovereenkomst tussen 35 landen uit de Koude Oorlog, het Missile Technology Control Regime (MTCR), te herinterpreteren zodat de VS meer drones kunnen verkopen aan meer landen. De MTCR legt strenge beperkingen op voor de export van raketten en onbemande vliegtuigen die een laadvermogen van meer dan 500 kg over een afstand van meer dan 300 km kunnen vervoeren. ‘Herinterpreteren’ betekent gewoon dat de Trump-administratie meer wapens wil kunnen verkopen in het buitenland. Het steekt dat China en Israël die niet deelnemen aan de MTCR momenteel de ‘markten’ domineren. “Als we niet aan deze groeiende vraag kunnen voldoen, schieten we onszelf in de voet”, vertelde Heidi Grant, de directeur van de Defense Technology Security Administration van het Pentagon.
Een ander wapenbeheersingsovereenkomst die Trump ook al opzegde is het Ruimteverdrag. Dat voorziet in de ‘vrije toegang’ van staten tot de ruimte, zonder dat een van hen zich de ruimte kan toe-eigenen. Het verbiedt de plaatsing van kernwapens of enig ander massavernietigingswapen in de baan van de aarde, op de maan of op een ander hemellichaam en zelfs hun opslag in de ruimte buiten de aarde. De reden ervoor is dat de VS klagen over de beperkingen die Moskou heeft opgelegd voor het overvliegen van hun grondgebied en dat daarmee het akkoord geschonden is. Rusland heeft de vliegtijd van observatievluchten over de Russische enclave Kaliningrad beperkt en een uitsluitingscorridor opgezet langs de grens van de door Rusland bezette regio’s in Georgië, Zuid-Ossetië en Abchazië.
Vorig jaar schortte Trump het Intermediate-Range Nuclear Forces verdrag (INF), dat het gebruik van korte-afstands- of tactische kernraketten regelt, op. Wegens vermeende schendingen door Rusland. Een dag later schortte ook Rusland het verdrag op.
Het historische INF-verdrag was slechts één van de vele verdragen die de VS opzegden.. Sneuvelden bijvoorbeeld ook: de nucleaire overeenkomst met Iran, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA), het Klimaatakkoord van Parijs en het Trans-Pacific Partnerschip (TPP). Trump trok de VS ook terug uit de UNESCO en de VN-mensenrechtenraad, dreigde de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te verlaten en schortte de Amerikaanse financiering aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op. Geen enkele van die deals heeft geleid tot een andere, betere of vervangende deal door de ‘greatest dealmaker’ Trump. De wereld wacht trouwens ook nog steeds op de in 2018 (binnen het jaar) beloofde ‘greatest deal’ die hij ging sluiten met zijn ‘vriend’ Kim Jong-un van Noord-Korea.
Nochtans heeft Trump vroeger zijn afschuw uitgesproken over kernwapens en proliferatie. De ironie is bovendien ook dat Donald Trump met een kleine marge tot president werd verkozen op basis van zijn belofte dat hij ‘stomme’ oorlogen in Azië zou beëindigen.
‘Trump is geen nieuwe oorlogen begonnen’, zeggen zijn meest overtuigde aanhangers. Dat is misschien wel waar, maar hij heeft er zeker hard aan gewerkt om oortdurende beledigingen en bedreigingen tot een belangrijk onderdeel van het Amerikaanse buitenlands beleid te verheffen, terwijl hij tegelijkertijd de internationale instrumenten wegnam die de risico’s van oorlog verminderen. En het zal de komende vijf maanden alleen maar erger worden, aangezien het Witte Huis er wanhopig aan werkt om de focus weg te halen van de gevolgen van een foute aanpak van het coronavirus. Buitenlandse vijanden zullen de schuld krijgen van alles wat er fout loopt in de Verenigde Staten.
Het beleid van intimidatie en bedreigingen tegen buitenlandse naties over hun binnenlands en internationale beleid heeft bittere vruchten afgeworpen. Wereldwijd werd opgeroepen om alle sancties en agressieve acties op te schorten terwijl de wereld worstelt met het coronavirus. De VS waren het enige land dat dit voorstel afwezen, wat het isolement van de Trump-regering in de wereld benadrukte.
Niemand lijkt in staat te zijn om de afgang van de president te stoppen. De wereld evolueert in de richting van meer onveiligheid en het risico op een catastrofale oorlog. En de schuld van die dynamiek ligt volledig bij Washington.