Zij die dorsten naar bloed

Elke “ronde” brengt zijn eigen bloeddorstigen met zich mee, tijdens elke ronde komen ze als ratten uit hun holen gekropen, zetten hun politiek-correcte maskers af, waardoor hun ware gezicht voor iedereen zichtbaar wordt. Het enige wat ze willen is bloed zien. Arabisch bloed, zoveel mogelijk – bloed, hoe meer hoe beter – bloed, het allerbelangrijkste is dat er Arabisch bloed vergoten wordt. Appartemensgebouwen storten als kaartenhuizen in elkaar in Gaza, de verwoeste werelden eronder vinden zij een lachertje. Ze willen bloed zien, niet alleen ruïnes, angst en vernietiging.

De tientallen doden, waarvan ongeveer de helft vrouwen en kinderen, gedurende de eerste 24 uur betekenen niets voor hen. Ze willen veel meer bloed. Tot rivieren van bloed Gaza en indien mogelijk, ook Lod, overspoelen, zal hun dorst slechts gedeeltelijk gelaafd zijn. Pas als de Palestijnen op hun knieën zitten, voor Israël buigen en zich onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Israël overgeven, zullen ze tevreden zijn. Zij willen een triomffoto, de overwinning van de leugen die zij zo vurig begeren, en die nooit zal worden gerealiseerd.

Degenen die dorsten naar bloed zijn verdeeld in twee groepen: de veiligheidsmafiosi en de racisten. Zij overstelpen in groten getale de televisie- en radiostudio’s en de sociale media, generaals, commentatoren, experten – in oorlogstijd zijn er geen andere woordvoerders – en alles zet aan tot meer en meer van dit ding, oorlog, het maakt niet uit waarom, het maakt niet uit met welk doel. Het belangrijkste is dat we hun bloed gaan drinken.

De veiligheidsmafiosi willen zoveel mogelijk oorlog omdat ze in het diepste van hun hart van oorlogen houden, dat zijn hun levendigste herinneringen. Een oorlog die nooit voldoende is voor hen, alleen maar om ze te kunnen treffen, om te bewijzen dat we sterk zijn. Al die oorlogen in Gaza en Libanon, die niets hebben bereikt, hebben hen ook niets geleerd. Ze blijven bij hun mening. Hadden we destijds maar naar hen geluisterd, dan waren er tienduizenden doden gevallen, en pas dan zou de gewenste overwinning zijn behaald, die die nooit zal worden behaald.

Als een fata morgana in de woestijn naderen zij de overwinning die zich van hen verwijderd. Zij zal nooit met geweld worden bereikt. Omdat we niet naar hen luisterden, proberen ze het opnieuw. Om toe te slaan en te verpletteren, een bespottelijke karikatuur uit de mond van hen die generaals waren, of zij die ervan droomden ooit generaal te zijn maar het nooit waren.

De welgemanierde journalist Danny Kushmaro, die gewoonlijk nergens zijn mening over geeft, vraagt onschuldig: “Waarom heeft Yihya Sinwar [Hamas leider in de Gazastrook] nog steeds een huis?” Als de mensen maar zouden luisteren naar de stem van de man op de motorfiets (Vert: Kushmaro is een gepassioneerde motorrijder) , dan zou Sinwar geen huis meer hebben, geen vrouw, kinderen, buren, zoals al zijn overleden voorgangers, en dan zouden wij winnen.

Natuurlijk zouden we winnen. Van de journalisten Nahum Barnea (“sla hard, krachtig”) tot Roni Daniel (“Laten we ophouden ons te verwonderen over een of ander tafereel”) en Amir Buhbut (“Zo breng je geen harde, pijnlijke klap toe”), elke kerel kan soldaat zijn, ze willen allemaal alleen maar meer en meer gevechten door mannen die nooit huilen, zelfs niet ’s nachts. Ze zitten op de heuveltoppen rond Gaza in een koor van supporters en juichen de troepen toe die burgers en strijders zullen doden in het omsingelde getto, geef ze gewoon meer en meer.

De tweede groep zijn de racisten. “Twee Arabieren in Lod zijn gedood door een raket van Hamas. Ik noem dat poëtische gerechtigheid. … Jammer dat het er maar twee waren,” twitterde journalist Shimon Riklin op woensdag over het doden van twee Israëli’s, een vader en zijn dochter. “Waarom verlagen ze de elektriciteit in Gaza niet tot 10 procent? Laat ze in het donker zitten en lijden. Laat ze in de hitte staan en lijden, en laat ze over het algemeen lijden.”

Riklin heeft een doel, dat zowel een verachtelijke oorlogsmisdaad is als ook zinloos. Ben Caspit, daarentegen, is vermoedelijk een centrumjournalist, en hij schreeuwde tegen de imam van Lod: “We moeten jullie echt hard aanpakken, en jullie laten zien wie hier de baas is, jullie laten zien dat je in Israël niks van Joden verbrandt.”

Het lelijke gezicht van de heerser is ontbloot. Wie is hier de baas, je verbrandt niet wat aan de Joden toebehoort. Je maakt ze ook niet midden in de nacht wakker met sirenes.


Het originele artikel "Those Who Thirst for Blood " vind je hier. 
De standpunten in dit artikel zijn uitsluitend die van de auteur en kunnen al dan niet een weergave zijn van de standpunten van Plutopia.

Auteur

  • Gideon Levy

    Gideon Levy is een Israëlische journalist en schrijver, lid van de directie van het dagblad Haaretz. Hij staat er vooral om bekend dat hij het Israëlische beleid ten aanzien van Gaza en de Westelijke Jordaanoever aan de kaak stelt. Hij is ook kritisch over de Israëlische media en de maatschappij, die volgens hem ongevoelig is voor de benarde situatie van de bewoners van de bezette gebieden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here