De wereld praat weer over Palestina

verwoeste huizen in Gaza, april 2009 - foto: Marius Arnesen - CC BY-SA 3.0 no
verwoeste huizen in Gaza, april 2009 - foto: Marius Arnesen - CC BY-SA 3.0 no

De reeds meer dan 70 jaar aanslepende crisis tussen Palestina en Israël is nog maar eens opgelaaid. In de afgelopen vijf jaar was de indruk ontstaan dat de wereld de situatie op Palestijns grondgebied was vergeten. De Arabische wereld, een traditionele bondgenoot van de Palestijnse zaak, is sinds de beruchte Aeabische Lente van 2011, steeds dieper weggezakt in chaos en interne oorlogen, terwijl Israël naar het toppunt van zijn macht leek op te klimmen.

De Palestijnse president Mahmoud Abbas is nooit in staat geweest om zoals zijn voorganger Yasser Arafat, pal te staan voor de de belangen van het Palestijnse volk. De militaire, economische en politieke controle van Israël op de Westelijke Jordaanoever en Gaza leek elke mogelijkheid van verzet uit te sluiten. De Israëlische samenleving werd steeds arroganter over de status quo, hetgeen het rechtse kamp steeds meer richting extreemrechts deed opschuiven en diegenen die een vorm van regeling met de buren wilden bepleitten trokken zich gedegouteerd, teleurgesteld of verbitterd terug uit de politieke arena.

Met de komst van president Donald Trump in het Witte Huis, verslechterde de situatie nog meer. Het buitenlands beleid van de VS in het Midden-Oosten werd ondergeschikt gemaakt aan de belangen van de zionistische staat. Het hoogtepunt was de beruchte “Deal van de Eeuw”, het Amerikaanse plan voor een Palestijns-Israëlische regeling die het Palestijnse land in feite definitief veranderde in gefragmenteerde Bantustans onder de volledige economische, militaire en politieke controle van Tel Aviv.

Tegen het einde van zijn regeerperiode slaagde de voormalige Amerikaanse president Donald Trump erin de zogenaamde “Abraham-akkoorden” tot stand te brengen. De Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein normaliseerden hun relaties met Israël. De nauwe politiek-militaire en economische banden tussen deze staten was al langer een publiek geheim maar de symbolische betekenis van die stap mag niet onderschat worden.

De krachtmeting over het Sheikh Jarrah gebied

In kringen van de Israëlische oppositie beweren sommigen dat het huidige bloedvergieten het resultaat is van de intriges van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu. Zij wijzen erop dat het begin van de nieuwe krachtmeting opvallend genoeg samenviel met de slotfase van de onderhandelingen tussen de oppositieleiders Naftali Bennett en Yair Lapid om een nieuwe regering te vormen zonder Benjamin Netanyahu, de leider van de Likud-partij.

Lapid had op 5 mei van president Rivlin een mandaat gekregen om een nieuwe regering te vormen. Netanyahu die eerder al een mandaat had gekregen was er niet in geslaagd een regering te vormen. Op 9 mei 2021 werd gemeld dat Lapid en Bennett grote vooruitgang hadden geboekt in de coalitiebesprekingen. Eén dag later, op 10 mei, kondigde de Palestijnse Ra’am-partij aan de coalitiebesprekingen op te schorten vanwege de escalatie in geweld tussen Israël en de Palestijnen. De stekker voor de vorming van de coalitie werd er op 13 mei helemaal uitgetrokken toen Naftali Bennett de vorming van een regering zonder Netanyahu van tafel veegde vanwege ‘de miliatire krachtmeting met terroristen’ in Gaza.

We leven wel in een bijzonder vruchtbare periode voor complottheorieën maar het bruut geweld van vandaag heeft een decennialange voorgeschiedenis. De huidige opflakkering ervan houdt verband met de krachtmeting van de bewoners van de wijk Sheikh Jarrah in Jeruzalem tegen de zionistische kolonisten die hen uit hun huizen probeerden te verdrijven om er dan zelf in te gaan wonen. Reeds in 1972 werd van 27 Palestijnse gezinnen die in het gebied geëist dat zij huur betaalden aan een comité van de Sefardische gemeenschap en aan het Israëlische comité van de Knesset, die beweerden de rechtmatige eigenaars van het terrein te zijn. Daarvoor verwezen ze naar documenten uit de periode dat Palestina deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk.

De Palestijnse bewoners van Sheikh Jarrah verwierpen de beweringen van de kolonisten. Dat leidde tot een reeks rechtszaken die resulteerden in uitzettingsbevelen van de Palestijnen uit de betwiste huizen. De Israëlische justitie treedt in dit andere soortgelijke gevallen als onderdeel van een systeem dat erop gericht is Palestijns eigendom in Jeruzalem te onteigenen ten behoeve van Israëlische kolonisten. De Palestijnen van hun kant hebben geen enkele kans om ooit eigendommen terug te eisen in Israëlisch gebied dat in 1948 van hen is afgenomen. In de marge ging het natuurlijk ook om een vastgoedproject. Nahalat Shimshon International was van plan 200 kolonistenwoningen te bouwen op de plaats van de Palestijnse wijk.

De Palestijnse aanwezigheid in Oost-Jeruzalem is de laatste jaren, dank zij de acties en medewerking van de Israëlische autoriteiten, een aaneenschakeling van geïsoleerde enclaves geworden, omringd door gewelddadige joodse kolonisten die er vaak de meest extreme standpunten op na houden. Hoewel de Israëlische regering elke beschuldiging van een aanval op de status van de Tempelberg – in de praktijk een heuveltje van nog geen halve vierkante kilometer groot die voor moslims, joden én christenen heilig is – formeel afwijst als ‘laster’, zijn dergelijke praktijken, in combinatie met de groeiende rol van religieuze en ultrarechtse partijen in de Israëlische politiek, een bron van zorg voor zowel moslims als christenen.

De gebeurtenissen volgden elkaar op als vallende dominostenen. Bij de gevechten tussen de Israëlische bezettingsmacht en de inwoners van Sheikh Jarrah waren honderden moslims betrokken die tijdens de heilige maand Ramadan naar Jeruzalem waren gekomen. De gevechten met de Israëlische troepen vonden plaats in de buurt van de Tempelberg en de Al-Aqsa Moskee. Joodse extremisten hitsten de gemoederen op met slogans als “Brand de Arabische dorpen plat” en “Dood aan de Arabieren”. Zij waren ook massaal aanwezig om op 10 mei de “Dag van Jeruzalem” te vieren ter herinnering aan de Israëlische inname van de stad tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967.

Even tussendoor - Het gebruik van de term "Arabier" als het over Palestijnen gaat is beladen met een ondertoon. Dit is nergens duidelijker dan bij de Israëlische media, vooral bij de rechtse media, die regelmatig verwijzen naar alle Palestijnen die tussen de Jordaan en de Middellandse Zee wonen als 'Arabieren'. De bedoeling is duidelijk, daarmee willen ze de           ‘valsheid’ van de Palestijnse identiteit aanklagen die de eindigheid van hun relatie met het land impliceert.          

Toen het aantal gewonde Palestijnen in de honderden begon te lopen, stelde Hamas een ultimatum aan de Israëlische autoriteiten, waarin het eiste dat de Israëlische troepen zich voor 18 uur moesten terugtrekken uit de buurt van de al-Aqsa Moskee en Sheikh Jarrah. Israël negeerde het ultimatum en Hamas vuurde raketten af op Jeruzalem. Sindsdien is het geweld niet meer gestopt.

Het reeds lang bestaande beleid van de Israëlische autoriteiten om Oost-Jeruzalem en zijn heilige plaatsen onder hun controle is op een gegeven ogenblik overgegaan in dagenlange brutale onderdrukking van Palestijnse protesten en de beslissing van Israël om Hamas’ waarschuwing in de wind te slaan zijn de voornaamste reden voor het uitbreken van de huidige oorlog.

“Je onderhandelt niet met terroristen” is de mantra van de Israëlische autoriteiten over de “terroristische aard” van Hamas. Een weinig bevredigend standpunt. Tel Aviv heeft decennia lang op dezelfde manier naar de PLO van Yasser Arafat verwezen maar werd uiteindelijk gedwongen die te erkennen. Om tot een staakt-het-vuren te komen zullen Israël en Hamas wel onderhandelen. Het zal weliswaar via bemiddeling van anderen zijn maar gepraat zal er worden.

Escalatie

De Israëli’s hadden zich niet verwacht aan de kracht van de raketaanval vanuit Gaza. Die was vergelijkbaar met de aanvallen van Hezbollah op Israëlische doelen in de Libanonoorlog van 2006. Het Iron Dome raketafweersysteem bleek niet in staat de honderden raketten te onderscheppen die op Israël werden afgevuurd. Niet alleen de steden in het zuiden – Beer Sheva, Ashkelon, Sderot – maar ook doelen in het noorden en midden van het land werden getroffen. Ben-Gurion International Airport werd gedwongen te sluiten. De pijpleiding Eilat-Ashkelon werd geraakt.

Het massale gebruik van raketten door de Palestijnen compenseerde gedeeltelijk het absolute militaire overwicht van het Israëlische leger. De politiek-militaire doctrine van Tel Aviv, gebaseerd op de totale controle van het grondgebied kreeg een fikse knauw. Op een paar minuten tijd drongen raketten en drones het hele grondgebied binnen en sommige ervan troffen belangrijke steden in het militair en technologisch machtigste land van de regio.

Israël lanceerde op zijn beurt raketaanvallen op de Gazastrook, waarbij tientallen burgerslachtoffers (waaronder tot nog toe 60 kinderen en 39 vrouwen) vielen. De regen van raketten uit Gaza verminderde echter niet. Op donderdag 13 mei werd in een tweet van het Israëlische leger geïnsinueerd dat dat het leger de Gazastrook was binnengevallen. De tweet maakte deel uit van de propagandacampagne om Hamas te laten denken dat het Israëlische leger in de Gazastrook zou oprukken, zodat de Hamas-militanten de “Metro”, zoals het het ondergrondse tunnelnetwerk van Gaza wordt genoemd, zouden induiken, dat dan massaal vanuit de lucht werd gebombardeerd.

De media sprongen op de tweet. Websites van over de hele wereld meldden de inval. Later bleek er van die inval niets te kloppen. Zaterdagavond ontkende een woordvoerder dat het leger had geprobeerd de internationale media op het verkeerde been te zetten. Een officier had een “eerlijke fout” gemaakt.

Mogelijkerwijs is er nog een andere reden voor het grondoffensief dat niet is doorgegaan. De Israëli’s wachten misschien liever op het feit dat de raketarsenalen van Hamas vroeg of laat uitgeput raken. Tenslotte zullen ze zich nog levendig de lessen van de oorlog van 2006 in Libanon herinneren. Al tijdens de eerste dagen van de oorlog rukte een colonne van 24 Merkava-tanks de regio van Tayibe, net over de grens van Libanon binnen. De colonne werd van alle kanten aangevallen. Ook van vanachter terwijl de Israëli’s dachten dat ze dat gebied al enkele dagen onder controle hadden. Hezbollah had een hinderlaag voorbereid en bestookte de tanks met raketten. Elf ervan werden geraakt en verscheidene gingen in vlammen op. Er vielen ook 8 doden binnen de rangen van het Israëlische leger.

Geweld binnen Israël

Een golf van geweld tussen Palestijnse en Joodse burgers van Israël waren een belangrijk kenmerk van de krachtmeting die begon. Tegen 12 mei waren ze geëscaleerd in zware rellen in Israëlische steden waar een gemengde bevolking van Joden en Palestijnen wonen. De Palestijnse burgers van Israël maken ongeveer 20% van de bevolking uit. Volgens de verhalen van de Israëlische autoriteiten worden ze gelijk behandeld, voelen ze zich goed in het land en geven ze meer om jobs en economische zekerheid dan om de status en het lot van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zoals Al-Monitor schreef: “De gewelddadige en ongebruikelijke confrontatie die eerder deze week uitbrak tussen Israëlische Palestijnse en Joodse burgers, heeft de Israëli’s en hun politieke leiders volledig verrast.“

Het geweld is het resultaat van jarenlange druk door de Israëlische autoriteiten op de Palestijnse bevolking. Er werd onder meer een wet op het “Joodse karakter” van de staat aangenomen en de moeilijke economische situatie en de groeiende armoede in de Palestijnse sector werd genegeerd. De hoop van de zionisten dat de Israëlische Palestijnen zich zouden neerleggen bij hun status van “tweederangs” burgers is volledig mislukt.

De Israëlische pers heeft het over ‘pogroms’ tegen Joden en vergeet dikwijls de ‘pogroms’ tegen de Palestijnse bevolking van Israël te vermelden. Te vaak treden de Israëlische ‘ordetroepen’ ook niet op tegen kolonisten en extreemrechtse groepen terwijl ze hard inslaan op de Palestijnen. Ze moeten niet vrezen voor de gevolgen van hun handelen. Integendeel, donderdag 13 mei tijdens een bezoek van Netanyahu aan Lod/al-Lydd, waar zware incidenten plaats hebben – die de burgemeester Yair Revivo, omschrijft als “een burgeroorlog” – beloofde de interim-premier aan de ‘ordetroepen’ dat zij zich geen zorgen hoefden te maken over nationale onderzoeken naar de tactieken die worden gebruikt om het geweld de kop in te drukken.

De nieuwe oorlog, want een oorlog is het, verzwakt ook de positie van Israël internationaal. De autoriteiten van de meeste moslimlanden, met inbegrip van die welke onlangs de “Arabische Akkorden” met Tel Aviv hebben ondertekend en diplomatieke relaties aanknoopten, hebben, vooral onder druk van hun eigen bevolking, het optreden van de Israëlische autoriteiten aan de kaak gesteld. Wat Europa verklaart en doet is onbelangrijk en compleet verwaarloosbaar voor Israël. Belangrijk voor hen is de stemming in de Verenigde Staten.

Lichte verandering van toon in de VS

De anti-Israëlische meningen in politiek Washington klinken steeds luider. Human Rights Watch (HRW) is van de vele mensenrechtenorganisaties in de Verenigde Staten waarschijnlijk de invloedrijkste in de politieke cenakels in Washington. Wanneer HRW dan enkele weken geleden een 213 bladzijden tellend juridisch en feitelijk rapport uitbrengt waarin wordt geconcludeerd dat Israël een apartheidspolitiek voert, moet dat hard aankomen in Israël.

“Terwijl een groot deel van de wereld Israëls halve eeuw durende bezetting behandelt als een tijdelijke situatie die spoedig zal worden rechtgezet door een decennialang ‘vredesproces’, heeft de onderdrukking van de Palestijnen daar een drempel bereikt en een bestendigheid die voldoet aan de definities van de misdaden van apartheid. en vervolging,” omschreef uitvoerend directeur van HRW, Kenneth Roth, het.

De nieuwe VS-regering speelt momenteel nog altijd mee met Israël. Ze zal pas een staakt-het-vuren steunen als Israël er klaar voor is, ze legt alle schuld bij Hamas en herhaalt tot in den treure het refrein van de ‘zelfverdeding’ door Israël. Binnen de Democratische Partij van Joe Biden gaan er echter stemmen op die het optreden van Israël vergelijken met het racistische politiegeweld in de VS. Het is weinig, het is pril maar dergelijke sentimenten in de wandelgangen van de macht in het enige land waarvan de positie van betekenis is voor Israël, moeten een wake-up call voor politici in Israël zijn om eindelijk werk te maken voor een echte oplossing. Een oplossing waarbij alle Palestijnen en Israëli’s gelijkwaardig zijn en van dezelfde rechten kunnen genieten.


De standpunten in dit artikel zijn uitsluitend die van de auteur en kunnen al dan niet een weergave zijn van de standpunten van Plutopia.

Auteur

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here