Duitsers naar het front

Door Wolfgang Streeck


Inleiding door Johan Depoortere

De Amerikaanse president Biden belooft steun aan Oekraïne for as long as it takes. Er zijn redenen te over om aan deze vastberadenheid te twijfelen. Het verleden – Afghanistan, Vietnam, Irak – maakt duidelijk dat de Verenigde Staten hun bondgenoten in een proxy-oorlog zonder scrupules als een baksteen laten vallen als het Amerikaans belang dat vereist. Met de presidentsverkiezingen van 2024 in het vooruitzicht kan het groeiende verzet bij de bevolking en de Republikeinse partij de Amerikaanse bereidheid om Kiev door dik en dun te steunen wel eens zwaar op de proef stellen. Dat China het diplomatieke succes in het Midden-Oosten (de verzoening tussen Iran en Saudi Arabië) nog eens zou overdoen door een diplomatieke oplossing voor de oorlog in Oekraïne dichterbij te brengen is anathema voor Washington.

Het is dus zoeken naar een mogelijke uitweg uit het dilemma – een eeuwig durende stroom dollars naar Oekraïne of een “Chinese” vrede. Die oplossing zou door Duitsland geboden kunnen worden schrijft de socioloog Wolfgang Streeck. Door Duitsland de rol te laten spelen van Stellvertreter kan Washington zich zonder al te veel gezichtsverlies en zonder het odium de bondgenoot te hebben verraden terugtrekken uit een oorlog waarvan ook Washington meer en meer beseft dat die alleen maar verliezers kan opleveren. 

Wollgang Streeck: In een rol die op die manier evolueert, zou Duitsland de taak hebben om de wapens die de Oekraïense strijdkrachten menen nodig te hebben voor hun eindoverwinning bij elkaar te schrapen en te betalen – met het risico om, mocht dit niet lukken, in plaats van de Verenigde Staten schuldig te worden bevonden aan incompetentie, lafheid, gierigheid en natuurlijk sympathie voor de vijand.

Olaf Scholz, de Duitse kanselier, lijkt bereid de rol van onderaannemer op zich te nemen, daarbij voortgestuwd  door het vooruitzicht op lekkere winsten voor de Duitse militaire industrie (Rheinmetall, de producent van de Leopardtank om maar iets te noemen) en door het enthousiasme van de Groenen voor oorlog en hun nieuwe drang naar heldendom. Het helpt daarbij dat de generatie Duitsers die de gruwel van de oorlog hebben meegemaakt zo goed als uitgestorven is en met hen het na-oorlogse Duitse pacifisme. Door de pijpleiding van Nord Stream op te blazen hebben de Amerikanen het Duitsland ook nagenoeg onmogelijk gemaakt terug te keren naar het tijdperk Merkel en de intense economische relaties met Rusland. 

Winwin dus zowel voor de geopolitieke positie van Duitsland als die van de Verenigde Staten. De verliezers zijn de Duitsers (en de rest van Europa) die de oorlog moeten financieren en de Oekraïners die het kanonnenvlees leveren.


VS: zoeken naar de uitgang

De Wet van Hofstadter, een nazaat van de Wet van Murphy, luidt: “Alles duurt langer dan je denkt”. Vorig jaar maakte de Russische krijgsheer Poetin er kennis mee. Had hij het voorbeeld van Trotski en Mao Zedong gevolgd en wat tijd besteed aan het lezen van von Clausewitz, dan had hij zich de shock kunnen besparen. Na de mislukte inname van Kiev, die in een week of twee voltooid had moeten zijn, werd Poetin met het onaangename vooruitzicht van een oorlog van onbestemde duur geconfronteerd, niet alleen met Kiev, maar ook, op de een of andere manier, met de Verenigde Staten, als hij voor eens en voor altijd een einde wilde maken aan het endogene fascisme en het exogene westernisme van Oekraïne.

Offensieve en defensieve slag om Kiev - foto: Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)
Offensieve en defensieve slag om Kiev – foto: Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)

Nog geen jaar later kwam Poetins Amerikaanse tegenhanger Biden tot een soortgelijk inzicht. Een Oekraïense overwinning was niet in zicht, en het arsenaal aan westerse economische sancties tegen Rusland en Poetins oligarchievrienden bleek verrassend weinig schade toe te brengen aan het vermogen van Rusland om stand te houden in de Donbas en op het Krim-schiereiland. Bovendien maakten de tussentijdse verkiezingen van november 2022, waarbij de Democraten hun meerderheid in het Huis verloren, overduidelijk dat de bereidheid van de Amerikaanse kiezers om de avonturen van het Biden-Blinken-Sullivan-Nuland team te financieren verre van onbegrensd was. De  uitputtingsslag, waarvan het einde niet in zicht is, kon bij de presidentsverkiezingen van 2024 wel eens een dodelijk risico inhouden.

Aangezien een terugtrekking zoals uit Afghanistan, die zelfs door het notoire vergeetachtige Amerikaanse publiek nog steeds niet is vergeten, uitgesloten is, en Poetin verder niet anders kan dan doorgaan of ten onder gaan, is het nu aan Biden om te beslissen hoe het verder moet.

Een eerste alternatief: ‘bevriezing’

Begin maart 2023 ziet het ernaar uit dat de Verenigde Staten  een keuze te moeten maken tussen twee alternatieven, en snel ook. Laten we de eerste de Chinese uitweg noemen. Sinds het eendaagse bezoek van Scholz aan Peking op 4 november 2022 heeft China, en Xi persoonlijk, er herhaaldelijk op aangedrongen dat het gebruik van kernwapens, ook tactische op het slagveld, onder alle omstandigheden moet worden uitgesloten. Om voor de hand liggende redenen baart dit Rusland meer zorgen dan de VS of Oekraïne, gezien de nu alom zichtbare tekortkomingen van de conventionele strijdkrachten van Rusland. Met een militair budget dat nauwelijks hoger is dan dat van Duitsland – en dat vanuit het perspectief van de Zeitenwende hopeloos ontoereikend bleek – moet Rusland, in tegenstelling tot Duitsland, nucleaire capaciteit in stand houden, inclusief een met een strategisch intercontinentaal vermogen dat gelijkwaardig is aan dat van de Verenigde Staten. Met alle gevolgen voor de conventionele strijdkrachten. De gevolgen ervan werden duidelijk toen het Russische leger niet in staat bleek Kiev, dat op slechts ongeveer 300 kilometer van de Russisch-Oekraïense grens ligt, in te nemen.

Met het signaal aan Rusland – dat van China als zijn meest nabije en machtige bondgenoot afhankelijk is –  dat een nucleaire reactie op een door Amerika bewapende Oekraïense opmars uit den boze is, verleende China de Verenigde Staten en de NAVO een belangrijke dienst. In feite zijn er aanwijzingen dat de Verenigde Staten in ruil daarvoor moesten toezeggen de militaire kracht van Oekraïne te beperken tot een niveau dat Rusland niet in een situatie zou kunnen brengen die het zou dwingen zijn toevlucht te nemen tot – tactische – kernwapens. Het resultaat van een dergelijke stilzwijgende overeenkomst, als die bestaat, wat waarschijnlijk lijkt, zou een “bevriezing” van de oorlog zijn: een patstelling over de huidige territoriale posities van de twee legers die jaren kan duren.

President Xi Jinping ontmoet Vladimir Poetin tijdens de officiële welkomstceremonie in het Kremlin - foto: Presidentieel Uitvoerend Bureau van Rusland, CC BY 4.0
President Xi Jinping ontmoet Vladimir Poetin tijdens de officiële welkomstceremonie in het Kremlin – foto: Presidentieel Uitvoerend Bureau van Rusland, CC BY 4.0

Mochten de Verenigde Staten bereid zijn het spel mee te spelen, dan zou dit soort diplomatie onder auspiciën van China kunnen worden verdergezet. De weg van een patstelling naar een staakt-het-vuren en van daar naar een soort vredesregeling is niet lang, ook al wordt het een smerige regeling zoals in Bosnië en Kosovo. De Verenigde Staten zouden de Oekraïense regering daarin moeten meekrijgen, wat niet al te moeilijk zou moeten zijn, aangezien de VS die in de eerste plaats hebben helpen installeren: “De Heer geeft en de Heer neemt; moge de naam van de Heer worden geprezen.

Vanuit Amerikaans perspectief zou een belangrijk manco van een dergelijke oplossing wel eens kunnen zijn dat de Chinezen in ruil voor hun goede diensten en hulp bij de herverkiezing van Biden concessies in Azië zouden kunnen verwachten. Dat zou het voor Biden moeilijker maken om te doen wat hij vrij duidelijk na Oekraïne wil doen: China op een of andere manier aanvallen om te voorkomen wat in het huidige Amerikaanse strategische debat de “Thucydides Trap wordt genoemd –  de positie waarin een gevestigde overheerser een opkomende rivaal vroeg genoeg moet aanvallen om er zeker van te zijn dat hij kan zegevieren.

Een tweede alternatief: ‘Germanisering’

Hoe verleidelijk het vooruitzicht op een uitweg uit het Oekraïense moeras ook is, er zijn tekenen dat de Verenigde Staten naar een tweede, alternatieve optie neigen. Die zou de ‘Europeanisering’, of zelfs ‘Germanisering’, van de oorlog kunnen worden genoemd. Herinner u de zogeheten ‘Vietnamisering’ van de oorlog in Vietnam. Het heeft uiteindelijk dan wel niet gewerkt – per slot van rekening werden de Verenigde Staten verslagen, niet hun regionale proxy, die nooit meer dan een Amerikaans hersenspinsel was – maar het gaf de VS ademruimte en hun propagandamachine de mogelijkheid het Amerikaanse publiek het vooruitzicht op een eervolle terugtrekking van het slagveld te verkopen, waarbij de bloedbaden zou worden overgelaten aan een politiek betrouwbare en militair bekwame bondgenoot.

In de jaren zestig was er geen bondgenoot in Zuidoost-Azië, maar in het Europa van de jaren 2020 kan dat anders liggen. Anders dan in Afghanistan zouden de Verenigde Staten zich misschien langzaam kunnen terugtrekken uit de operationele activiteiten van de oorlog, en eerder toezicht houden dan leiding geven, en materiële steun, tactische beslissingen en het brengen van slecht nieuws aan de Oekraïense regering overlaten aan een subcomandante die, als het misgaat, kan dienen als zondebok en pispaal.

Maar wie zou deze taak op zich kunnen nemen? Het is duidelijk dat de Europese Unie dat niet kan. Zij wordt weliswaar geleid door een voormalige minister van Defensie, maar haar incompetentie is overduidelijk sinds zij ternauwernood ontsnapte aan een parlementair onderzoek naar haar ministeriële tekortkomingen door naar Brussel te verhuizen. Belangrijker is dat de EU geen echt geld heeft, en wie wat met wie beslist in Brussel is zelfs voor insiders een mysterie, wat regelmatig  tot trage, onduidelijke en onverklaarbare beslissingen leidt. Dat is niet precies wat er nodig is in een oorlog.

Joe Biden en Ursula von der Leyen op de speciale NAVO- of G7-bijeenkomst in maart 2022 - foto: Bureau van de president van de Verenigde Staten, publiek domein
Joe Biden en Ursula von der Leyen op de speciale NAVO- of G7-bijeenkomst in maart 2022 – foto: Bureau van de president van de Verenigde Staten, publiek domein

Ook aan het Verenigd Koninkrijk, dat zich door zijn Brexit uit het wetgevingssysteem van de EU heeft losgemaakt, kan deze taak niet worden toevertrouwd. Het Verenigd Koninkrijk fungeert bij de opbouw van een wereldwijd front tegen China overigens al als mondiaal onderaannemer voor de Verenigde Staten. Ook de fameuze Frans-Duitse tandem, waarvan niemand zeker weet of die meer is dan een journalistieke of diplomatieke hersenschim, is niet aan de orde.

Blijft over Duitsland – en ja, terugblikkend heeft men het gevoel dat het al enige tijd door de Verenigde Staten is klaargestoomd als hun luitenant-commandant voor het Oekraïense deel van de wereldwijde oorlog voor westerse waarden. Het germaniseren van het Oekraïne-conflict zou de regering Biden de noodzaak besparen om de Chinezen steun te vragen bij de terugtrekking uit een oorlog die in eigen land onpopulair dreigt te worden. Amerikaanse inspanningen om Duitsland te gebruiken als Europese proxy kunnen voortbouwen op de erfenis van de Tweede Wereldoorlog, met een sterke Amerikaanse militaire aanwezigheid in Duitsland, deels nog gebaseerd op juridische claims die teruggaan tot de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland in 1945.

Er zijn op dit ogenblik ongeveer 35.000 Amerikaanse soldaten gestationeerd in Duitsland, met 25.000 familieleden en 17.000 burgerpersoneel, meer dan waar ook ter wereld, misschien met uitzondering van Okinawa. In het hele land hebben de Verenigde Staten 181 militaire bases, waarvan Ramstein in Rijnland-Palts en Grafenwoehr in Beieren de grootste zijn. Ramstein diende als operationeel hoofdkwartier in de “oorlog tegen het terrorisme” – onder meer om pendelvluchten voor gevangenen uit de hele wereld naar Guantanamo te coördineren – en is nog steeds de commandopost voor alle Amerikaanse interventies in het Midden-Oosten. Last but not least bevinden zich op de Amerikaanse bases in Duitsland een onbekend aantal kernkoppen, waarvan sommige door de Duitse luchtmacht met door de VS gecertificeerde jachtbommenwerpers (in het kader van de zogenaamde nuclear sharing) op door de VS te bepalen doelen kunnen gedropt worden.

Buitenlandse militaire bases in Duitsland in 2020 - foto: Creative Commons (CC BY-SA 3.0)
Buitenlandse militaire bases in Duitsland in 2020 – foto: Creative Commons (CC BY-SA 3.0)

In de naoorlogse periode hebben Duitse regeringen bij herhaling geprobeerd een eigen nationaal veiligheidsbeleid te ontwikkelen – zoals het détente-beleid van Willy Brandt, dat door Nixon en Kissinger met argusogen werd gevolgd; de weigering van Schröder om zich samen met Chirac aan te sluiten bij de “coalition of the willing in de op niets uitgelopen zoektocht naar massavernietigingswapens in Irak; Merkels veto in 2008, samen met Sarkozy, tegen de toetreding van Oekraïne en Georgië tot de NAVO; Merkels poging, samen met Hollande, om een soort akkoord tussen Rusland en Oekraïne tot stand te brengen, met als hoogtepunt de akkoorden van Minsk I en II; en Merkels koppige weigering om de NAVO-doelstelling van een defensiebudget van twee procent van het nationaal product ter harte te nemen.

Tegen 2022 echter hebben de neergang van de sociaaldemocratische partij (SPD) en de opkomst van De Groenen het vermogen en de wil van Duitsland blijvend verzwakt om te streven naar  een minimum aan strategische autonomie . Dit bleek twee dagen na het begin van de oorlog uit de toespraak van Scholz in de Bondsdag, die in wezen een belofte aan de Verenigde Staten was dat de insubordinatie van Brandt, Schröder en Merkel zich niet zou herhalen.

De ene test na de andere

Scholz hoopte misschien dat het speciale fonds (Sondervermögen) van 100 miljard euro dat opzij was gezet om de bewapening van de Bundeswehr te verbeteren – en gefinancierd was met allemaal nieuwe schulden en daarom onzichtbaar in de standaardbegroting – de eventuele verdenking van Duitse insubordinatie zou bedaren. In plaats daarvan werd in het eerste oorlogsjaar 2022 de ware reikwijdte  van de Duitse omschakeling van het naoorlogse pacifisme naar het Anglo-Amerikaanse Westernisme aan een aantal tests onderworpen.

Toen niet meer dan een paar weken na de speech van Scholz sceptische waarnemers opmerkten dat de 100 miljard euro nog niet waren besteed,  volstond het niet dat de Duitse regering er op wees dat het nieuwe materieel eerst besteld moest worden voordat het betaald kon worden, en dat voor het kon worden besteld eerst gekozen moest worden. Om zijn goede wil te tonen, haastte Duitsland zich daarom een contract te tekenen voor 35 F-35’s – met de Amerikaanse regering en niet, zoals men had kunnen verwachten, met de fabrikanten Lockheed Martin en Northrop Grumman. Het vliegtuig dat de Groene minister van Buitenlandse Zaken al lang wil hebben, moet de zogenaamd verouderde Tornado-vloot vervangen die Duitsland aanhoudt voor zijn nucleaire deelname. Voor een geschatte acht miljard dollar, inclusief herstellingen en onderhoud, moeten de vliegtuigen tegen het einde van het decennium worden geleverd. Merkwaardig genoeg geeft het contract de Amerikaanse regering het recht om de prijs eenzijdig naar boven bij te stellen als zij dat nodig acht.

Eerste Nederlandse vlucht F-35 AN-1 - foto: US Air Force / Ministerie van Defensie (CCO 1.0)
Eerste Nederlandse vlucht F-35 AN-1 – foto: US Air Force / Ministerie van Defensie (CCO 1.0)

De F-35 deal leverde de Duitsers slechts een kort uitstel op. Terwijl de lobbyisten uit Duitsland en andere landen en het leger ruzieden over de beste besteding van de rest van het speciale fonds, ontsloeg Scholz, om het Amerikaanse ongeduld te sussen, de minister van Defensie, een oudgediende SPD-politica die tegen haar zin was benoemd om te voldoen aan een veronderstelde algemene behoefte aan gendergelijkheid in de federale regering. Kort voor haar vertrek eiste één van haar potentiële opvolgers, die als ombudsvrouw van de Bundeswehr fungeerde, een verhoging van de 100 miljard naar 300 miljard. Een paar dagen later ging de baan naar een ander, Boris Pistorius, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Nedersaksen, die ook geen militaire ervaring had maar zoiets als uitgebreide managementcompetentie uitstraalde. Een van de eerste dingen die hij deed in zijn nieuwe functie was het oplossen van een tot dan toe zorgvuldig gecultiveerde dubbelzinnigheid in de Zeitenwende-toespraak van Scholz, namelijk of de 100 miljard moest worden gebruikt om het reguliere defensiebudget te verhogen tot de grens van twee procent van de NAVO of dat het bij die twee procent moest worden opgeteld als een soort straf voor de verwaarlozing in het verleden.

Volgens Pistorius was het laatste het geval – wat voor hem betekende dat de normale defensie-uitgaven gedurende meerdere jaren met 10 miljard euro per jaar zouden moeten toenemen, naast en onafhankelijk van de uitgaven uit het speciale fonds. Toen NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg, die op het punt staat hoofd van de Noorse centrale bank te worden – een sinecure als er al ooit een was – liet weten dat twee procent voortaan slechts het minimum zou zijn was Pistorius een van de eersten die daar openlijk mee instemde.

Duitse minister van Defensie Boris Pistorius - foto Wikimedia Commons CC BY-SA 3.0
innenminister von Niedersachsen Boris Pistorius

De volgende test was, in sepember 2022, de vernietiging van de Nord Stream 1 en 2 pijpleidingen door een Amerikaans-Noors commando, zoals gerapporteerd door Seymour Hersh. Hier was de testopdracht voor de Duitse regering om te doen alsof ze niet wist wie het had gedaan, om de gebeurtenis grotendeels stil te houden en om de Duitse pers hetzelfde te laten doen of het publiek te vertellen dat het “Poetin” was die het had gedaan. Die test werd met glans doorstaan. Toen een lid van de Bondsdag van Die Linke -als enige van de 736 parlementsleden – de regering enkele weken na het incident vroeg wat zij ervan afwist, kreeg zij te horen dat dergelijke vragen om redenen van staatsbelang nu en in de toekomst niet konden worden beantwoord. Een dag nadat Hersh zijn bevindingen wereldkundig maakte, berichtte de Frankfurter Allgemeine erover onder de titel “Kremlin: USA beschadigde pijpleidingen”.

“Stand with Ukraine!”

Een andere loyaliteitstest die zich over een langere periode uitstrekte en parallel liep met de strijd over de begroting, betrof de levering van wapens en munitie aan het Oekraïense leger. Sinds 2014 was Oekraïne het geïndustrialiseerde land met verreweg de hoogste jaarlijkse stijging van de defensie-uitgaven. Niet betaald door zijn oligarchen maar door de Verenigde Staten. Het ging daarbij om de zogenaamde interoperabiliteit tussen het Oekraïense leger en de NAVO (die  volgens de officiële cijfers in 2020 moest bereikt worden). Terwijl dit een reden tot zorg moet zijn geweest voor de Russische generaals – die natuurlijk wisten van de achteruitgang van hun conventionele strijdkrachten na Poetins besluit om gelijke tred te houden met de modernisering van de Amerikaanse nucleaire strijdkrachten – werden de NAVO-landen vanaf de eerste dag van de Russische inval gevraagd wapens naar Oekraïne te sturen, steeds krachtiger en in steeds grotere aantallen.

Toen duidelijk werd dat Oekraïne zich niet staande zou kunnen houden zonder een gestage toevloed van materiële steun uit een nieuw leven ingeblazen Westen, drongen de VS er bij de Europese landen op aan een steeds groter deel van de last te dragen, met name bij die landen die zich schuldig hadden gemaakt aan de verwaarlozing van hun leger, vooral Duitsland.

Al snel bleek dat de nationale legers allesbehalve enthousiast waren over het feit dat zij een deel van hun meest waardevolle en prestigieuze uitrusting aan Oekraïne moesten afstaan, wat volgens hen hun vermogen om hun eigen land te verdedigen zou ondermijnen. Achter hun terughoudendheid kan de vrees schuilgaan dat wat zij aan de Oekraïners gaven in handen van de vijand zou vallen, onherstelbaar beschadigd zou worden op het slagveld of verkocht zou worden op de internationale zwarte markt, zodat zij er niet op konden rekenen het ooit terug te krijgen, ook al was het formeel alleen in bruikleen gegeven. Een andere vrees betrof hun vooruitzichten op herbewapening door hun nationale regeringen wanneer de oorlog voorbij zou zijn en Oekraïne opnieuw door Europazou moeten worden opgebouwd, beter dan ooit, zoals Ursula von der Leyen vanuit Brussel nooit moe wordt te beloven.

Er was ook de vrees, gewoonlijk geuit door gepensioneerde hoge militaire officieren, dat de Europese landen zouden worden meegesleurd in een oorlog waarvan hun regeringen het verloop en de doelstellingen aan de Oekraïners zouden moeten  overgelaten, zoals de VS en de publieke opinie eisen. Niet in de laatste plaats lijkt de vrees te bestaan dat, als de oorlog nu abrupt zou eindigen, Oekraïne het grootste en best uitgeruste landleger van Europa zou hebben.

Opnieuw was het Duitsland, verreweg het grootste West-Europese land dat, onder het toeziend oog van de Verenigde Staten en de internationale media, meer dan enig ander land zijn bereidheid moest bewijzen om zich achter Oekraïne te scharen (Stand with Ukraine!). Aanvankelijk had de toenmalige Duitse minister van Defensie 5000 helmen en kogelvrije vesten ter beschikking gesteld als steun aan het Oekraïense leger, wat door de bondgenoten en in toenemende mate door het eigen publiek als belachelijk werd ervaren. In de maanden daarop werden steeds krachtiger wapens geëist en geleverd, waaronder de lucht-luchtraket Iris-T, die zelfs de Duitse troepen nog niet heeft bereikt, en het machtige houwitser 2000 artilleriegeschut. Elke keer had de regering Scholz aanvankelijk een rode lijn getrokken, om die later onder druk van haar bondgenoten en de twee kleinere coalitiepartners, de Groenen en de Liberalen, te verleggen. De Groenen controleren het ministerie van Buitenlandse Zaken, de FDP de defensiecommissie van de Bondsdag, die wordt voorgezeten door een FDP-parlementslid uit Düsseldorf, de thuisbasis van Rheinmetall, één van de grootste wapenproducenten in Europa en daarbuiten.

In de winter van 2022 begon het debat over de bewapening van Oekraïne zich toe te spitsen op tanks. Ook en vooral hierbij moest Duitsland stapsgewijs naar steeds krachtiger modellen worden gedreven, van pantservoertuigen naar de befaamde Duitse Leopard 2, een wereldwijd exportsucces gebouwd door een consortium onder leiding van, nou ja, Rheinmetall. Zo’n 3.600 Leopard 2’s van de meest geavanceerde 2A5-plus productielijn zijn tot nu toe over de hele wereld verkocht, onder andere aan enthousiaste aanhangers van westerse waarden zoals Saoedi-Arabië, ter bevordering van het niet aflatende streven van dat land om vrede te brengen in Jemen.

Leopard 2A5 gevechtstank tijdens een training en gevechtsdemonstratie. - foto: wikimedia Commons CC BY 2.0
Leopard 2A5 gevechtstank tijdens een training en gevechtsdemonstratie. – foto: wikimedia Commons CC BY 2.0

Deels omdat Duitse tanks een prominente plaats innemen in het Russische historische geheugen, maar ook omdat er geen aanwijzingen waren dat Duitsland inspraak zou hebben over waarvoor zijn tanks zouden worden gebruikt (het is niet meer dan 500 kilometer van de Oekraïense grens naar Moskou), bood Scholz aanvankelijk, zoals gewoonlijk, de ene reden na de andere waarom er helaas geen Leopards 2 konden worden geleverd. Als antwoord lieten enkele bondgenoten van Duitsland, met name Polen, Nederland en Portugal, weten dat zij bereid waren hun Leopards te doneren, zelfs als Duitsland dat niet deed. Polen kondigde zelfs aan dat het Leopards naar Oekraïne zou sturen, indien nodig zonder Duitse vergunning – een wettelijke vereiste onder het Duitse wapenexportbeleid.

Ondermeer omdat Duitse tanks een belangrijke rol spelen in het Russische historisch geheugen, maar ook omdat er geen enkele aanwijzing was dat Duitsland enige zeggenschap zou hebben over het gebruik van zijn tanks (het is niet meer dan 500 kilometer van de Oekraïense grens naar Moskou), gaf Scholz eerst, zoals gebruikelijk, reden na reden waarom er helaas geen Leopard 2’s konden worden geleverd. Als antwoord lieten enkele bondgenoten van Duitsland, met name Polen, Nederland en Portugal, weten dat ze bereid waren hun Leopards te doneren, zelfs als Duitsland dat niet deed. Polen kondigde zelfs aan dat het, indien nodig, enkele van zijn Leopards naar Oekraïne zou sturen, zonder Duitse toestemming, zoals wettelijk vereist zou zijn volgens de bepalingen van het Duitse beleid over wapenexport.

De manier waarop dit verhaal zich afspeelde kan van doorslaggevend belang zijn geweest voor de verdere gang van zaken.  In het nauw gedreven door zijn Europese bondgenoten maakte Duitsland niet langer bezwaar tegen het sturen van Leopards, mits de Verenigde Staten ook instemden met het leveren van hun belangrijkste gevechtstank, de M1 Abrams (ook een wereldwijde exportsucces, met een tot nu toe totale productie van 9000 stuks). Als “eerste stap” beloofde Duitsland binnen drie maanden, 14 van zijn 320 Leopards te leveren aan Oekraïne,  waar zij een tankregiment zouden vormen. Vervolgens zou Duitsland uit zijn eigen tanks en die van Europese partners twee tankbataljons van elk 44 Leopard 2-tanks uitbouwen die, na de opleiding van de bemanningen inclusief de nodige reserveonderdelen en munitie gevechtsklaar aan het Oekraïense leger zouden worden overgedragen. (Volgens schattingen van specialisten zou Oekraïne ongeveer 100 Leopards van het nieuwste model nodig hebben voor een beduidende verbetering van zijn militaire capaciteit).

Kort daarna, rond de tijd van de zogenaamde Veiligheidsconferentie van München, deden zich echter twee onaangename verrassingen voor. Ten eerste bleken de Europese bondgenoten van Duitsland na het overwinnen van het Duitse verzet allerlei redenen te hebben ontdekt waarom zij hun Leopards, al dan niet met exportvergunningen, moesten behouden. Het gevolg was dat zij, tot hun grote spijt, de levering van gevechtstanks aan Oekraïne hoofdzakelijk aan de Duitsers moesten overlaten. (In totaal hebben de NAVO-strijdkrachten naar schatting 2100 Leopards, van model 1 en 2). En ten tweede onthulden Amerikaanse onderzoeksjournalisten, onder meer in de Wall Street Journal, dat de Abrams-tanks pas over enkele jaren of zelfs helemaal niet op het toneel zouden verschijnen, iets wat de Duitse onderhandelaars blijkbaar, mogelijk op verzoek van hun Amerikaanse gesprekspartners. over het hoofd hadden gezien en wat het grote publiek zeker niet aan de neus was gehangen. 

Uiteindelijk kreeg de regering-Scholz dus de rekening gepresenteerd en bleef in feite als de enige leverancier van gevechtstanks aan Kiev achter.  Wat dit nog wranger maakte, was dat juist op de dag dat de Duitsers instemden met de Leopards-deal, de Oekraïense regering aankondigde dat, nu dit was bereikt, het volgende punt op haar verlanglijstje de levering van gevechtsvliegtuigen, onderzeeërs en slagschepen zou zijn. Zonder was er geen hoop voor Oekraïne om, zoals afgesproken met haar bondgenoten, de oorlog te winnen. (De voormalige Oekraïense ambassadeur in Duitsland een zekere Andrey Melnyk, die in Kiev was teruggekeerd als onderminister van Buitenlandse Zaken, tweette op 24 januari in het Engels: “Hallelujah! Jezus Christus! En nu, beste bondgenoten, laten we een krachtige straaljagercoalitie vormen voor Oekraïne, met F-16 & F-35, Eurofighter & Tornado, Rafale & Gripen jets & alles wat jullie kunnen leveren om Oekraïne te redden!”) Bovendien vroeg de Oekraïense delegatie op de Veiligheidsconferentie van München publiekelijk aan de VS en het VK om cluster- en fosformunite, die volgens het internationaal recht verboden zijn, maar, zoals de Oekraïners de wereld lieten weten, in grote hoeveelheden worden opgeslagen door hun westerse bondgenoten. (De FAZ, altijd voorzichtig om haar lezers niet in verwarring te brengen, omschreef clustermunitie in haar verslag als “controversieel” in plaats van illegaal). 

Andrey Melnyk voormalige Oekraïense ambassadeur in Duitsland. Zelfs nadat Melnyk in het najaar van 2022 in zijn vaderland was opgeklommen tot onderminister van Buitenlandse Zaken, bleef hij een prominente rol spelen in het Duitse debat over de verplichtingen van het land tegenover Oekraïne - foto: screenshot ARD
Andrey Melnyk voormalige Oekraïense ambassadeur in Duitsland. Zelfs nadat Melnyk in het najaar van 2022 in zijn vaderland was opgeklommen tot onderminister van Buitenlandse Zaken, bleef hij een prominente rol spelen in het Duitse debat over de verplichtingen van het land tegenover Oekraïne – foto: screenshot ARD

Duits leiderschap – of de nieuwe drang naar heldendom

Voor de Duitse regeringscoalitie, maar ook voor de regering-Biden, is een cruciale vraag met betrekking tot de toewijzing van een leidende rol aan Duitsland of het naoorlogse pacifisme van het land nog voldoende sterk is om zich ermee te kunnen bemoeien. Het antwoord is dat dit wellicht niet het geval is. Net zoals in de Verenigde Staten lijkt de afschaffing van de dienstplicht het gemakkelijker te hebben gemaakt om oorlog als een passend middel in dienst van het goede te beschouwen: anders dan in Oekraïne lopen Duitse zonen, vriendjes, echtgenoten niet het risico naar het slagveld te moeten vertrekken. Voor grote delen van de jongere generatie  wordt het ruwe materialisme van het doden en sterven toegedekt door moreel idealisme. Binnen en rond de Groene Partij is zoiets als een nieuwe hang naar heldendom ontstaan, onder wat tot voor kort werd beschouwd als een post-heldengeneratie. Er zijn geen ouders of grootouders meer die uit de eerste hand kunnen vertellen over leven en dood in de loopgraven. Er zijn dromen ontstaan, althans aan onze kant, over een gesteriliseerde oorlogsvoering, strikt gevoerd volgens de Conventie van Den Haag. Het is niet langer een zaak van oorlog en vrede, maar van misdaad en straf, met als uiteindelijk doel, en ten koste van honderdduizenden mensenlevens, dat Poetin voor het gerecht moet worden gebracht.

Misschien spelen er ook specifiek Duitse factoren mee. In de Groenen-generatie, meer dan elders in Europa, is het nationalisme als bron van sociale integratie vervangen door een alomtegenwoordig manicheïsme dat de wereld, zowel tussen als binnen landen, in twee kampen verdeelt – goed en kwaad. Het is hoog tijd om deze verandering in de Duitse tijdgeest, die sluipend en grotendeels onopgemerkt lijkt te hebben plaatsgevonden, te onderzoeken en te begrijpen. Eén van de politieke implicaties ervan zou kunnen zijn dat er, anders dan in een wereld van naties, geen vrede kan zijn op basis van een evenwicht van krachten en belangen, maar een niet aflatende strijd tegen de krachten van het kwaad, kortweg “fascisme” genoemd, die internationaal en nationaal in wezen dezelfde zijn.

Het is duidelijk dat dit enige gelijkenis vertoont met een Amerikaanse opvatting van politiek, gedeeld door zowel neocons als Democratische idealisten, en belichaamd door iemand als Hillary Clinton. Het syndroom lijkt vooral sterk te zijn aan de linkerzijde van het Duitse politieke spectrum. In het verleden zou het de natuurlijke basis zijn geweest van een anti-oorlogs- en vredesbeweging, of in ieder geval van een vredesbeweging. Nu echter weigerde zelfs de partij Die Linke steun aan de vredesdemonstratie in Berlijn die op 25 februari 2023 door hun parlementslid Sahra Wagenknecht en Alice Schwarzer, een Duits feministisch icoon, werd georganiseerd.  Het gevaar bestaat dat de partij uit elkaar valt en ophoudt een politieke kracht te zijn.

Bovendien hebben Duitsers in de naoorlogse periode lange tijd de neiging gehad welwillend te luisteren naar niet-Duitsers die hen collectieve morele tekorten toerekenden en van hen op de een of andere manier nederigheid eisten. Er is nauwelijks een andere verklaring voor de buitengewone populariteit van de bovengenoemde Oekraïense ambassadeur in Duitsland, Andrey Melnyk, een onverbloemde fan van de terrorist, nazi-collaborateur en oorlogsmisdadiger Stepan Bandera en zijn collega in de leiding van de Oekraïense nationalisten in het interbellum en onder de Duitse bezetting, eveneens Andrey Melnyk genaamd. Op Twitter haalde Melnyk onophoudelijk uit naar Duitse politici, van de Duitse president Steinmeier naar beneden toe, omdat zij niet voldoende partij kozen voor Oekraïne, in bewoordingen die in elk ander land tot intrekking van zijn accreditatie zouden hebben geleid. Er ging nauwelijks een week voorbij zonder dat Melnyk werd uitgenodigd voor een van de vaste tv-talkshows waarin hij Duitse politici herhaaldelijk beschuldigde van een genocidale samenzwering met Rusland tegen het Oekraïense volk.

Zelfs nadat Melnyk in het najaar van 2022 in zijn vaderland was opgeklommen tot onderminister van Buitenlandse Zaken, bleef hij een prominente rol spelen in het Duitse debat over de verplichtingen van het land tegenover Oekraïne. Zo twitterde hij naar aanleiding van een artikel in de Süddeutsche Zeitung waarin Jürgen Habermas, in de ogen van velen te voorzichtig en te laat, had gepleit voor een staakt-het-vuren in Oekraïne om vredesonderhandelingen mogelijk te maken: “Dat Jürgen Habermas ook zo brutaal in dienst van Poetin staat, maakt me sprakeloos. Een schande voor de Duitse filosofie. Immanuel Kant en Georg Friedrich Hegel zouden zich in hun graf omdraaien van schaamte.”

Een ander voorbeeld van de toon van de Duitse publieke discussie is de jonge, middelmatige, zogenaamde komiek genaamd Sebastian Bielendorfer die, waarschijnlijk op een marketingtournee, tweette: “Sahra Wagenknecht is gewoon het lege omhulsel van een intellectueel en menselijk volledig gedegenereerde celcluster. Ze moet niet worden uitgenodigd voor talkshows, ze moet worden aangepakt.” Een dag later volgde een andere tweet: “Twitter heeft de tweet verwijderd. Betreurenswaardig. De waarheid blijft bestaan.”

Sahra Wagenknecht - foto: Wikimedia Commons 2.0
Sahra Wagenknecht – foto: Wikimedia Commons 2.0

Sahra Wagenknecht. Foto WikicommoAl met al lijkt er sinds de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen sprake te zijn van een gezamenlijke inspanning van de Verenigde Staten en de NAVO om Duitsland bij de oorlog te betrekken, en wel op steeds uitgebreidere en actievere manieren. Andere Europese landen hebben het afgelopen jaar geleerd Duitsland vooruit te sturen om zelf aan de zijlijn te blijven staan (Nederland) of om hun belangen met meer kans op succes te kunnen nastreven (Polen en de Baltische staten). Duitsland dat het zat is om door anderen naar voren te worden geschoven, zou op zijn beurt wel eens steeds meer geneigd kunnen zijn om zelf naar voren te stappen. Al in 2022 hebben leidende vertegenwoordigers van de sociaaldemocraten, waaronder de nieuwe partijleider Lars Klingbeil, er zich openlijk voor uitgesproken dat Duitsland een leidende rol in Europa op zich moet nemen en dat het daar ook toe bereid is.

Van belang is dat Frankrijk in dit verband niet meer ter sprake komt. Na te lang te hebben gedaan alsof het niet betrokken was, kan Frankrijk nu steeds meer als zodanig worden behandeld door een in het nauw gedreven Duitsland. Een mogelijke rol waarin Duitsland in dit hele proces zou kunnen groeien is die van een bevoorrechte politieke en militaire onderaannemer van de Verenigde Staten – een Duitsland dat voldoende publiekelijk vernederd is in de Nord Stream en Leopard 2 episodes om begrepen te hebben dat als het niet met zich wil laten sollen door de Verenigde Staten, het bereid moet zijn om Europa namens hen te leiden. In die rol zou Duitsland zijn orders van Washington ontvangen via Brussel, waarbij met Brussel niet de EU maar de NAVO wordt bedoeld, een ontluikende commandostructuur die gevisualiseerd werd door de stoelindeling op de Ramstein-conferenties, met aan het hoofdeind van de tafel de Verenigde Staten, Oekraïne en Duitsland.

De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin en de Oekraïense president Zelenski op de 8e vergadering van de Ukraine Defense Contact Group op de Amerikaanse luchtmachtbasis Ramstein in Duitsland – 20 januari 2023. Foto: Wikicommons

In een rol die op die manier evolueert, zou Duitsland de taak hebben om de wapens die de Oekraïense strijdkrachten menen nodig te hebben voor hun eindoverwinning bij elkaar te schrapen en te betalen – met het risico om, mocht dit niet lukken, in plaats van de Verenigde Staten schuldig te worden bevonden aan incompetentie, lafheid, gierigheid en natuurlijk sympathie voor de vijand.

Mettertijd zou de indirecte deelname van Duitsland aan de oorlog dus steeds directer kunnen worden en zich op soortgelijke wijze kunnen ontwikkelen als zijn rol als wapenleverancier. Nu al wordt een aanzienlijk aantal Oekraïense soldaten opgeleid in Duitsland, op Amerikaanse maar in toenemende mate ook op bases van het Duitse leger. Er vechten ook nogal wat, meestal rechtse, Duitsers in internationale legioenen mee met het Oekraïense leger. Binnenkort moeten de Leopards, als ze eenmaal op het slagveld zijn aangekomen, worden onderhouden en gerepareerd, waardoor ze wellicht naar Duitsland moeten terugkeren. 

De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin en de Oekraïense president Zelenski op de 8e vergadering van de Ukraine Defense Contact Group op de Amerikaanse luchtmachtbasis Ramstein in Duitsland – 20 januari 2023. Foto: Wikicommons
De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin en de Oekraïense president Zelenski op de 8e vergadering van de Ukraine Defense Contact Group op de Amerikaanse luchtmachtbasis Ramstein in Duitsland – 20 januari 2023. Foto: Wikicommons

Rheinmetall heeft aangekondigd dat het een fabriek in Oekraïne zal opzetten om ongeveer 400 Leopard tanks per jaar te bouwen, kennelijk in de veronderstelling dat de oorlog lang genoeg zal duren om de in Oekraïne geproduceerde tanks voor eigen doeleinden in te zetten en de fabriek winstgevend te maken. Natuurlijk zal de fabriek beschermd moeten worden door luchtverdediging – bij voorkeur, vermoedelijk, door ervaren Duitse teams. De gevechtsvliegtuigen zouden het veiligst ver van het slagveld kunnen worden gestationeerd, misschien ergens in het Rijnland, waar de voorzieningen voor het onderhoud ervan al aanwezig zijn. Deskundigen op het gebied van het internationaal recht zullen debatteren over de vraag of een dergelijke steun een land al dan niet tot een strijdende partij maakt, maar uiteindelijk zal het China zijn, en niet een rechtbank, die beslist welke actie Rusland in reactie daarop kan ondernemen.

Voor de eenheid van het Westen

Het verrassingsbezoek van Scholz aan Washington op 4 maart, waarna geen van beide partijen enige informatie prijsgaf over wat er tijdens zijn tachtig minuten durende gesprek met Biden onder vier ogen werd besproken, kan Biden hebben benut om Scholz de les te lezen en hem uit te leggen wat er van Duitsland wordt verwacht als het politiek, materieel en militair een betrouwbare bondgenoot van het Westen wil zijn. Dit had ook het moment kunnen zijn om de Duitse regering te bezweren bij het “verhaal” te blijven dat de Amerikaanse inlichtingendiensten hebben ontwikkeld om het Hersh-rapport te weerleggen. Mogelijk werd de Duitsers verteld dat dit het officiële voorlopige resultaat van hun onderzoek zou zijn, met als doel hen te onderwerpen aan een nieuwe credo quia absurdum * test om uit te vinden hoeveel zij bereid zijn te accepteren ter wille van de eenheid van het Westen.

Mogelijk is er ook gesproken over wat er moet gedaan worden wanneer de simpele wijsheid van alle militaire deskundigen niet langer kan worden verzwegen namelijk het feit dat een grondoorlog uiteindelijk alleen op de grond gewonnen kan  worden. Dan zou uiterlijk de vraag aan de orde komen hoe de vele Oekraïense soldaten die tegen die tijd zijn gesneuveld, gewond of gedeserteerd zijn, moeten worden vervangen. Zou dit misschien het uur zijn voor een Europees leger, opgeleid door de Bundeswehr en op Duitse kosten uitgerust met  kwaliteitsprodukten van Rheinmetall en anderen? 

President Joe Biden ontmoet de Duitse kanselier Olaf Scholz, vrijdag 3 maart 2023, in de Oval Office van het Witte Huis. (Officiële foto van het Witte Huis door Erin Scott)
President Joe Biden ontmoet de Duitse kanselier Olaf Scholz, vrijdag 3 maart 2023, in de Oval Office van het Witte Huis. (Officiële foto van het Witte Huis door Erin Scott)

Net als bij het eerste Europese leger, de multinationale Romeinse legioenen, zouden de troepen kunnen worden gerekruteerd als vrijwilligers uit Oost-Europese landen of onder potentiële immigranten uit andere landen die na hun diensttijd het Europese burgerschap zouden krijgen. De bevelhebbers op het slagveld, die ook in het tijdperk van de kunstmatige intelligentie onmisbaar zijn, zouden twee paspoorten kunnen hebben, hun eerste en een recent afgegeven Oekraïens paspoort. Aangezien de Oekraïners volgens von der Leyen vrijwillig hun leven geven voor onze waarden, zou Duitsland de dienstplicht niet opnieuw hoeven in te voeren en daarmee het risico lopen de steun van de bevolking voor zijn deelname aan de oorlog te verliezen. Aan de andere kant, je weet maar nooit.

Er is  nog een andere weg die bewandeld zou kunnen worden met Duitsland als Europese franchisenemer van de Verenigde Staten. De steeds toenemende, nooit aflatende eisen van de Oekraïense regering voor meer en meer wapens lijken te hebben geleid tot een zekere ergernis van de Amerikanen over hun Oekraïense bondgenoot. Vooral omdat de bereidheid van het Congres om de oorlog te blijven financieren afneemt. Op de achtergrond speelt wellicht ook de openlijke eis van president Zelenski om nucleaire vergelding door de Verenigde Staten toen een vermeende Russische raket op Pools grondgebied landde. Later bleek het een verdwaalde Oekraïense raket te zijn. Dan heb je nog de publieke vraag naar clustermunitie, die wellicht is voortgekomen uit de kortstondige euforie over het Leopard 2-succes. Het feit dat het alternatieve verslag van de vernietiging van de Nord Stream pijpleidingen, blijkbaar gefabriceerd door de Amerikaanse inlichtingendienst, een verwijzing naar Oekraïne bevat kan beschouwd worden als een waarschuwing aan de regering in Kiev.

Door zich terug te trekken uit de operationele leiding van de oorlog in Oekraïne en deze over te dragen aan Duitsland, zouden de Verenigde Staten zich de verlegenheid kunnen besparen om Kiev te moeten vertellen dat de westerse steun voor zijn ambitieuzere oorlogsdoelen niet onbeperkt is. Duitsland van zijn kant zou kunnen proberen te doen wat agenten soms doen wanneer hun chef niet in detail kan controleren wat zij zogenaamd namens hem doen.. Indien Duitsland op verzoek van de Verenigde Staten de leiding in NAVO-Europa op zich zou nemen, zou het zich in een positie kunnen bevinden om weerstand te bieden aan Oekraïense pogingen om het dieper in de oorlog mee te slepen, en om zoiets als een regeling in de zin van de akkoorden van Minsk na te streven, naast het louter bevriezen van het conflict. Door de Verenigde Staten te helpen hun positie in Oekraïne gedeeltelijk te beëindigen, zouden zij hun een dienst kunnen bewijzen die een mooie vriendschap nieuw leven zou kunnen inblazen.

Of Duitsland daartoe in staat is, hangt natuurlijk niet in de laatste plaats af van de vraag of het erin slaagt het nieuwe enthousiasme voor oorlog, dat vooral het groene deel van het Duitse publiek in zijn greep heeft, af te koelen. Baerbock en haar aanhangers zullen alles wat niet leidt tot een verandering van regime in Moskou aan de kaak stellen als verraad en miskenning van de wil van het Oekraïense volk. Het valt nog te bezien of de geesten die zijn opgeroepen om het tij te keren, op korte termijn kunnen worden bedwongen. De retoriek van het eerste jaar van de oorlog heeft wellicht enige tijd elke vrede zonder totale overwinning uitgesloten, hetgeen het onmogelijk maakt de slachting op korte termijn te beëindigen, zelfs indien de Verenigde Staten hun belangstelling ervoor zouden verliezen.

Bovendien werd Duitsland door het opblazen van de pijpleidingen waarschijnlijk bewust de mogelijkheid ontnomen om Rusland de herneming van de gasleveranties aan te bieden in ruil voor zijn deelname aan zoiets als een vredesproces – om nog maar te zwijgen van de uitgebreide reeks economische sancties die door de Verenigde Staten worden gecontroleerd.

Tijdens de Bokseropstand van 1900 in China was de Europese Achtlandenalliantie onder leiding van Sir Edward Hobart Seymour, admiraal van de Britse Koninklijke Marine, op weg van Tientsin naar Peking. Kort voordat ze hun bestemming bereikten, stuitten ze op hevig Chinees verzet. Op het moment van de grootste nood gaf admiraal Seymour het bevel aan de commandant van het Duitse contingent, Kapitän zur See von Usedom: “De Duitsers naar het front!”. De Duitse militaire traditie beschouwt deze episode trots als een moment van opperste internationale erkenning van de Duitse militaire dapperheid. Soms herhaalt de geschiedenis zich.

credo quia absurdum Latijn, letterlijk ‘ik geloof het, omdat het absurd is’ Het moet wel waar zijn, omdat het zo absurd is; het moet wel waar zijn, omdat het strijdig is met de rede, het verstand


Wolfgang Streeck is een Duitse socioloog, gespecialiseerd in economische sociologie. Hij is directeur emeritus van het Max Planck Instituut voor Sociale Wetenschappen in Keulen. In zijn werk richt Streeck zich vooral op problemen van politieke en economische aard, evenals op de wisselwerking tussen die beide, waarbij hij zich bedient van een historisch-vergelijkende aanpak.


Het originele artikel Germans to the Front vind je terug op New Left Review – Sidecar (Engels) en op Makroskop (Duits). De vertaling werd verzorgd door Plutopia.

De standpunten in dit artikel zijn uitsluitend die van de auteur en kunnen al dan niet een weergave zijn van de standpunten van Plutopia.be

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here