In Afghanistan woedt een economische oorlog

Hij is altijd arm geweest, zegt Muhammad Jawad, een dagloner in het centraal-Afghaanse district Lal wa Sar Jangal. “In goede tijden”, zegt hij, verdienden hij en zijn volwassen zonen het equivalent van 130 tot 260 dollar tussen zaai- en oogsttijd wanneer zij zich verhuurden aan rijkere landeigenaren. Maar sinds afgelopen voorjaar heeft hij helemaal geen geld meer gekregen voor zijn werk, alleen eten. “Mijn zonen werkten op andermans land. Maar toen bevroor de oogst daar en kregen ze niets.” Hij had niets te verkopen – “geen koe, geen schapen, geen land”. Op krediet, zei hij, kreeg hij een zak meel, twee literflessen bakolie en twee kilo bonen van een hulporganisatie. “Dat heeft ons veel geholpen.” Hij had “al heel lang” geen vlees, groente of fruit gegeten.

“Eten is erg duur, dus eten we minder,” zegt Husn Banu in Kaboel, die vroeger kok was voor een buitenlandse hulporganisatie en zichzelf tot dan toe als middenklasse beschouwde. “Het belangrijkste is nu om brandhout of kolen op te slaan. We moeten dat kopen of we vriezen dood.”

“Mijn economische situatie is beter dan die van de meeste mensen,” zegt Ahmad Shah Hudchel, eigenaar van een fabriek in goedkope plastic schoenen met 20 werknemers in Kaboel, die nog steeds in bedrijf is. “Ik heb nog steeds een bron van inkomsten en ik kan werk geven aan anderen. Elke week koop ik 10 tot 15 broden en verdeel ze onder de armen. Meer kan ik niet doen.” Maar hij moet ook bezuinigen: “Vorig jaar hadden we in elke kamer een kachel, nu hebben we er nog maar één voor het hele huis. Brandhout is te duur.” De prijs is bijna met de helft gestegen, net zoals van gas.

Indien niet snel duurzame hulp wordt verleend, zullen volgens ramingen van de VN en de Wereldbank 97% van alle Afghanen tegen het midden van het jaar in armoede leven. Vóór de hernieuwde machtsovername door de Taliban in augustus jongstleden was dat meer dan 70 procent. Volgens de laatste cijfers van de VN heeft 95 procent van de bevolking niet genoeg te eten. Acht op de tien huishoudens hebben al te maken met een “drastische” inkomensdaling – tenminste, de huishoudens die nog enig inkomen hebben. Volgens UNICEF is het aantal vroeggeboorten en geboorten van kinderen met ondergewicht als gevolg van armoede gestegen tot 30 gevallen per dag. In de klinieken zijn de bedden niet meer toereikend en moeten ze vaak met twee gedeeld worden. Gezondheidswerkers blijven werken, vaak in 24-uurs ploegendiensten, ondanks maanden van onbetaalde salarissen.

In tegenstelling tot wat in het Westen vaak wordt beweerd, is de massale verarming geen rechtstreeks en vooral onvermijdelijk gevolg van het bewind van de Taliban. Het is het resultaat van de sancties die de VS het land hebben opgelegd om een verankering van het Taliban-regime te voorkomen. Zij beroofden de reeds zwakke en door oorlog beschadigde economie van haar basis. Het bankverkeer met en in Afghanistan is verlamd. Vooral Afghanen die werkten in het staatsapparaat, dat voorheen door het Westen werd gefinancierd, konden hun salaris niet meer ontvangen en ondernemers konden niet meer over hun reserves beschikken. Roxanna Shapour, een Afghanistan specialiste die net terug is uit het land, zegt daarover “het is geen voedselcrisis, maar een koopkrachtcrisis. Er is genoeg eten in de te trachten bazaars, het is alleen dat niemand het kan betalen.”

De stopzetting van alle ontwikkelingshulp had ook tot gevolg dat klinieken in de toch al onderbezette plattelandsgebieden en scholen van de ene dag op de andere werden opgedoekt. In september was slechts 17% van de gezondheidscentra open.

Mohsin Amin, een jonge Afghaanse wetenschapper, schreef onlangs in de Washington Post dat de Wereldbank in augustus een project van 861 miljoen dollar heeft stopgezet voor de levering van elektriciteit in vijf provincies, de bouw van 600 scholen – waaronder veel meisjesscholen – en nog eens 9000 irrigatie-, duurzame energie- en vervoersprojecten die nog niet waren voltooid.

De Amerikaanse president Joe Biden besloot op 11 februari de helft van de 7 miljard dollar aan Afghaanse buitenlandse tegoeden die in de VS waren bevroren, vrij te geven voor een schadeclaim aan familieleden van slachtoffers van de terreuraanslagen van 9/11 – waardoor ze niet langer kunnen gebruikt worden om de dringende humanitaire ramp in Afghanistan af te wenden.

Ashley Jackson van het Overseas Development Institute in Londen noemt dit “economische oorlogsvoering”. De New Yorkse professor Barnett R. Rubin, Afghanistan-adviseur van verschillende Amerikaanse regeringen, zei: “Het rijkste land ter wereld heeft besloten de armsten te beroven in naam van de gerechtigheid. Een passend einde aan de oorlog tegen terreur.” Anders Fänge van het Zweedse Afghanistancomité schreef in het Berlijnse tijdschrift voor ontwikkelingsbeleid Südlink dat het “niet moeilijk is de gevoelens van veel Afghanen te begrijpen wanneer zij zeggen dat de VS de oorlog verloren hebben en nu wraak op hen nemen”.

Ook al zijn de VN en talrijke hulporganisaties hier en daar weer begonnen met de distributie van kindervoedsel en andere levensmiddelen,met de uitbetaling van salarissen aan onderwijzers en gezondheidswerkers uit de internationale humanitaire hulp en de belastingopbrengsten van de Taliban, het is niet genoeg. Muska Dastageer, een Afghaanse universitair docent die kritiek heeft op de Taliban, schreef op Twitter: “Liefdadigheid is niet genoeg wanneer structureel geweld de Afghaanse economie verhindert te functioneren. Het betekent dat een deel van de bevolking alleen kan overleven zolang er internationale aandacht is.”

Zelfs onder de Taliban heeft de bevolking van Afghanistan structurele hulp op lange termijn nodig om een jaarlijkse herhaling van de humanitaire catastrofe te voorkomen. Maar nu schuiven andere crisishaarden al op naar het voorplan.


Het originele artikel Wirtschaftliche Kriegführung gegen Afghanistanvind je op de blog van de auteur. De vertaling werd verzorgd door Plutopia.

De standpunten in dit artikel zijn uitsluitend die van de auteur en kunnen al dan niet een weergave zijn van de standpunten van Plutopia.

Auteur

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here